Mola-zwangerschap

Zwangerschap
Twee handen houden elkaar vast

In het kort

Bij een mola-zwangerschap is er geen levensvatbaar vruchtje, maar groeit alleen de placenta. Daardoor kunnen er kwaadaardige (gevaarlijke) cellen ontstaan, die zich steeds verder delen. Als je een mola-zwangerschap hebt, kan je in het ziekenhuis worden behandeld. 

Wat is een mola-zwangerschap?

Bij een mola-zwangerschap is er tijdens of kort na de bevruchting iets misgegaan. Hierdoor groeit alleen de placenta verder en is er geen vruchtje. Dit komt bijna nooit voor: bij maar 1 van de 2000 zwangerschappen. Door de groei van de placenta zonder vruchtje raken je hormonen in de war. Daardoor kunnen er kwaadaardige (gevaarlijke) cellen ontstaan, die zich steeds verder delen.  

Het woord mola komt uit het Latijn. Het betekent: massa. Het heet zo omdat er heel veel kleine blaasjes in de baarmoeder ontstaan. 

Wat merk je als je een mola-zwangerschap hebt?

In het begin lijkt een mola-zwangerschap op een normale zwangerschap. Je krijgt last van de bekende symptomen, zoals moeheid en misselijkheid. Maar bij een mola-zwangerschap wordt de kans op bloedverlies steeds groter. Je baarmoeder groeit snel en je buik wordt daardoor sneller dik dan bij een gewone zwangerschap.  

Tijdens een echo zie je soms heel veel kleine blaasjes, in plaats van een vruchtzakje met een embryo (vruchtje). De blaasjes zitten als een soort druiventrosje bij elkaar. Als je een mola-zwangerschap hebt, heb je vaak ook heel veel van het zwangerschapshormoon hCG in je bloed. Soms kan je klachten krijgen die lijken op zwangerschapsvergiftiging, zoals vochtophoping in je lichaam (oedeem), een hoge bloeddruk en eiwit in je plas.

Hoe wordt een mola-zwangerschap vastgesteld?

Een echo is de belangrijkste manier om een mola-zwangerschap vast te stellen. Op de echo is te zien dat er geen embryo (vruchtje) in de baarmoeder zit. Soms zijn er ook kleine blaasjes in de vorm van een druiventros te zien.  

Ook bloedonderzoek kan een mola-zwangerschap duidelijk maken. De hoeveelheid hCG (zwangerschapshormoon) in je bloed is dan erg hoog.   

Hoe wordt een mola-zwangerschap behandeld?

Een mola-zwangerschap kan niet verdergaan. Er groeit geen levensvatbaar kindje. Ook kan een mola-zwangerschap gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Daarom moet je baarmoeder worden leeggemaakt. Dat gebeurt met een dun slangetje, via je vagina (curettage). Je moet hiervoor naar het ziekenhuis. 

Na de behandeling moet de hoeveelheid hCG (zwangerschapshormoon) in je het bloed binnen acht weken weer normaal zijn. Als het hCG-hormoon niet genoeg daalt, is er kans dat de blaasjes in je baarmoeder weer aangroeien. Soms komen de symptomen van een zwangerschap ook weer terug, of krijg je weer last van bloedverlies. Je wordt dan opnieuw behandeld. 

Je wordt ook gecontroleerd op kwaadaardige (gevaarlijke) cellen en weefsels. In ernstige gevallen kunnen de cellen van de mola-zwangerschap ook in je longen komen. Dan kan je kortademig worden. Een behandeling met celdodende therapie (chemotherapie) is dan nodig om de groei te stoppen.   

Hoe ontstaat een mola-zwangerschap?

Nadat een zaadcel een eicel heeft bevrucht, deelt de bevruchte eicel zich in twee cellen. Deze twee cellen delen zichzelf ook weer. Zo gaat het verder: er komen steeds meer nieuwe cellen. Bij een normale zwangerschap vormen deze cellen het embryo (vruchtje) en de placenta. Bij een mola-zwangerschap groeit de placenta zonder vruchtje verder in de baarmoeder. Er ontstaan dan veel blaasjes met vocht.  

Er zijn twee soorten mola-zwangerschappen:  

  • Complete mola-zwangerschap: de zaadcel bevrucht een eicel zonder erfelijk materiaal. Of de zaadcel schakelt het erfelijk materiaal in de eicel uit. Het weefsel dat ontstaat heeft alleen erfelijk materiaal van de vader. Daarom is het niet levensvatbaar.
  • Incomplete (partiële) mola-zwangerschap: één eicel wordt bevrucht door twee zaadcellen. Ook dan ontstaat er meestal geen levensvatbaar embryo.  

De oorzaak van een mola-zwangerschap is niet bekend. Wel is zeker dat er al heel vroeg in de zwangerschap iets misgaat: al bij de bevruchting. Er is ook bijna nooit een embryo (vruchtje). Als er toch een vruchtje is, is het niet levensvatbaar.

Wat zijn de gevolgen van een mola-zwangerschap?

In het jaar na het behandelen van de mola-zwangerschap, kan het zwangerschapshormoon hCG in je bloed weer stijgen. Dat betekent dat de blaasjes weer groeien. Je moet dan weer worden behandeld.  

Het is daarom belangrijk dat je in de eerste zes maanden na een mola-zwangerschap niet opnieuw zwanger wordt. Als dat wel gebeurt, kan niet goed meer worden gecontroleerd of de kwaadaardige cellen en weefsels weer groeien.  

Emotionele gevolgen 

Het kan erg schrikken en verdrietig zijn om te ontdekken dat je een mola-zwangerschap hebt. Opeens is duidelijk dat er geen gezonde zwangerschap is ontstaan en dat er geen baby komt. Je kan je afvragen waarom het is gebeurd en je zorgen maken over je gezondheid. Het is goed om te weten dat een mola-zwangerschap niet ontstaat doordat jij of je partner iets verkeerd hebben gedaan. Je kan een mola-zwangerschap helaas niet voorkomen. Als je het fijn vindt, kan je met je verloskundige praten over wat je is overkomen. Die kan een luisterend oor bieden en uitleg geven als je nog vragen hebt. 

Wanneer mag je weer zwanger worden na een mola-zwangerschap?

Het advies is om minstens zes maanden te wachten met zwanger worden nadat een mola-zwangerschap is verwijderd. Ook als je medicijnen moet gebruiken, kan een nieuwe zwangerschap tijdelijk worden afgeraden. 

Ben je opnieuw zwanger? Je hoeft geen extra controles of behandeling als je eerder een mola-zwangerschap hebt gehad. Je kan gewoon naar de verloskundige gaan. De kans dat je nog een mola-zwangerschap krijgt is 1%. Er is ook geen verhoogde kans op onvruchtbaarheid of gezondheidsproblemen tijdens een nieuwe zwangerschap. 

Bronnen

Gebaseerd op

de richtlijn van de Federatie Medische Specialisten.

Meer lezen