Direct na de geboorte let de verloskundige op vijf dingen bij je baby, om te kijken hoe het met hem of haar gaat. Dit heet de Apgar-score. Lees hier meer over dit onderzoek.
In de eerste twee weken na de geboorte controleert de verloskundige of je baby goed kan horen.
Na de geboorte controleert de verloskundige je baby van top tot teen.
In de eerste week krijgt je baby de hielprik. Daarmee kunnen zeldzame, ernstige ziekten worden ontdekt.
De kraamverzorgende kijkt geregeld hoe het met je baby gaat. Deze controleert bijvoorbeeld de kleur van de huid, de temperatuur, de ademhaling, de poep, het gewicht en het gedrag van je baby.