Ligt je baby met de billen naar beneden? Dit noemen we een stuitligging. Als de baby in stuitligging of dwars in je buik ligt rond week 35-36 van de zwangerschap, krijg je van je verloskundige of gynaecoloog het aanbod om de baby te helpen draaien. De poging tot draaien heet een uitwendige versie. Je krijgt hierover eerst informatie en uitleg, zodat je zelf kan kiezen of je dit wilt.
Bij een uitwendige versie helpt een gespecialiseerde verloskundige of gynaecoloog (versiekundige) de baby om een koprol voorover of achterover te maken. Dit gebeurt met handbewegingen via de buitenkant van je buik. Voor een uitwendige versie ga je naar je verloskundigenpraktijk, een (eerstelijns) echocentrum of het ziekenhuis. Dat hangt af van waar je onder controle bent en waar in Nederland je woont.
Om deze video te bekijken, moet je de accepteren.
Om deze video te bekijken, moet je de accepteren.
Er spelen verschillende dingen mee bij de kans dat het draaien lukt. Bij een eerste zwangerschap lukt een versie in bijna de helft van de gevallen. Heb je al één of meer kinderen? Dan wordt de kans groter. In dat geval lukt een versie bij vijf tot zeven van de tien baby’s.
Dit heeft invloed op de kans van slagen:
De uitwendige versie is een veilige handeling. In minder dan 1% van de gevallen treedt er een probleem op na de uitwendige versie, waarvoor extra zorg nodig kan zijn. De hartslag van de baby kan bijvoorbeeld tijdelijk dalen, dit vraagt extra observatie. Of de bevalling kan onbedoeld eerder op gang komen door de druk op je buik.
Voor de versie krijgen jij en je baby controles, zoals het meten van jouw bloeddruk, het luisteren naar het hartje van de baby en soms een echo. Als de uitwendige versie is afgerond (gelukt of niet), blijf je nog even liggen. De conditie van de baby wordt goed in de gaten gehouden vooraf, tijdens en na de uitwendige versie. Dit gebeurt met de doptone, een hartfilmpje (CTG) of met de echo.
Als de uitwendige versie is afgerond (gelukt of niet), wordt de conditie van de baby beoordeeld voordat je naar huis kan. Je krijgt een aantal instructies mee om jezelf en de baby goed in de gaten te houden. Is de versie gelukt, dan krijg je na een aantal dagen een controle om te kijken of de baby met het hoofd naar beneden is blijven liggen.
Is de uitwendige versie niet gelukt? Dan kan je overwegen om een nieuwe poging te doen op een andere dag. Of een nieuwe poging mogelijk is, hangt af van de reden waarom de eerste versie niet lukte. Is een versie de eerste keer uitgevoerd door één versiekundige, dan wordt een tweede poging vaak uitgevoerd door twee versiekundigen. Bij een tweede poging krijg je vaak medicatie om de baarmoeder te laten ontspannen.
Er zijn dingen die je zelf kan doen, die misschien zouden kunnen helpen om de baby te laten draaien. Bij de Spinning Babies methode leer je houdingen voor meer ontspanning en ruimte in je buik en bekken. Dit zou het mogelijkmakkelijker voor de baby kunnen maken om te draaien. Bij moxa-therapie worden acupunctuurpunten verwarmd, om het draaien te stimuleren. Naar beide methodes is nog weinig onderzoek gedaan.
Wanneer deze methodes niet lukken, of wanneer je dit niet wil proberen, kan je ook afwachten. Heel soms draait een baby ook na 36 weken nog vanzelf.
Door een kindje te draaien van stuitligging naar hoofdligging, heb je meer kans op een vaginale geboorte. Dit kan een keizersnede of andere ingrepen voorkomen. Een keizersnede is een grote operatie, die meer kans geeft op problemen voor de moeder en voor een eventuele volgende zwangerschap.
informatie van de KNOV en NVOG