Vaginaal bevallen van een baby in stuitligging

Zwangerschap
Bevalling

In het kort

Als je baby in de laatste weken van de zwangerschap met de billen naar beneden in je buik ligt, is het advies om bij een gynaecoloog in het ziekenhuis te bevallen. Meestal kan je vaginaal bevallen van een baby in stuitligging. Dat heet een vaginale stuitbevalling. Je kan ook kiezen voor een geplande keizersnede. Samen met je verloskundige of gynaecoloog bespreek je beide opties.  

Wat is vaginaal bevallen van een baby in stuitligging?

Een vaginale stuitbevalling gaat iets anders dan wanneer het hoofdje van de baby naar beneden ligt (hoofdligging). Bij een stuitligging worden eerst de billen geboren. Of eerst komen de benen. Het hoofd volgt als laatste. Er is daardoor iets meer kans op problemen, maar de meeste baby’s in stuitligging worden gezond geboren via een vaginale bevalling. Een vaginale stuitbevalling vindt meestal plaats in het ziekenhuis.

Verschil met bevallen van een baby in hoofdligging 

Bij een baby in hoofdligging wordt eerst het hoofd geboren en daarna volgt de rest van het lijfje. Bij een stuitligging is dit precies andersom: eerst de billen, dan het lijfje en als laatste het hoofd. Bij een stuitbevalling kan het zijn dat de ontsluiting langer duurt. Ook kan de persfase langer duren. Hiervoor worden soms weeënopwekkers gebruikt. Je kan tijdens de bevalling alle houdingen aannemen die je zelf prettig vindt. Je kan ook gebruikmaken van een douche of bad tijdens de ontsluiting. Als je pijnstilling wilt, kan dit ook. 
 
Voor het laatste gedeelte van het persen is meestal de houding op handen en knieën (all fours) het meest logisch om de baby geboren te laten worden. Je kan ook liggend op je rug bevallen. Soms zijn er extra handelingen nodig om de baby geboren te laten worden. Als de ontsluiting of de persfase traag verloopt of niet vordert, kan een keizersnede soms nodig zijn. Dit is meestal geen spoedsituatie. 

Hoe gaat een vaginale stuitbevalling?

Als je hebt besloten dat je een vaginale stuitbevalling wilt in het ziekenhuis, hoor je van de verloskundige in het ziekenhuis of de gynaecoloog wat je moet doen als de bevalling begint. Bijvoorbeeld wanneer je het beste naar het ziekenhuis kan gaan. Verder kan je met deze punten rekening houden:  

  • Tijdens de bevalling wordt extra in de gaten gehouden hoe het met je baby gaat.  
  • Er wordt vaker gekeken hoeveel ontsluiting je hebt. 
  • Je krijgt meestal een infuus, voor als je vocht en/of medicatie nodig hebt. 
  • Als je gaat persen, zijn er een gynaecoloog, een klinisch verloskundige en een verpleegkundige bij je op de kamer. Met jullie toestemming is er soms ook een gynaecoloog-in-opleiding bij, om te leren hoe het begeleiden van een vaginale stuitbevalling gaat. 
  • De gynaecoloog houdt extra goed in de gaten hoe het met de geboorte gaat. Bij een stuitbevalling is het belangrijk dat het laatste stuk van de geboorte vlot gaat.  
  • De gynaecoloog kan een keizersnede adviseren als de bevalling niet goed vordert of als de conditie van de baby niet goed blijft. 
  • Tijdens het persen kan de gynaecoloog je vragen om op handen en knieën te gaan zitten. In deze houding is de ruimte in de uitgang van het bekken het grootst. Dat kan onder andere de geboorte van het hoofd makkelijker maken.

Is een vaginale stuitbevalling veilig?

De meeste baby's worden gezond geboren bij een vaginale stuitbevalling. Er is een iets grotere kans dat een baby na de bevalling op de kinderafdeling moet worden opgenomen. Meestal komt dit doordat de baby de eerste minuten na de geboorte wat hulp van een zorgverlener nodig heeft gehad. Op de kinderafdeling houden ze nog even extra in de gaten of het goed gaat met de baby. Met 977 van de 1000 kinderen gaat het goed na een vaginale stuitbevalling. 

Het risico dat een baby tijdens een stuitbevalling overlijdt is iets groter dan bij hoofdligging. Bij een keizersnede zijn de risico's voor de baby iets lager. Een keizersnede geeft dan weer meer kans op problemen bij de moeder. Die kan na een keizersnede onder andere meer bloedverlies krijgen en er is meer kans op infecties. Als je opnieuw zwanger wordt, is er tijdens die volgende zwangerschap en bevalling meer kans op problemen door het litteken van de eerdere keizersnede. Deze risico’s kan je tegen elkaar afwegen. 

Hoe groot is de kans dat je alsnog een keizersnede krijgt?

Tijdens een vaginale stuitbevalling kan de gynaecoloog toch nog een keizersnede adviseren. Je krijgt dit advies als de bevalling niet vlot genoeg gaat of als de conditie van de baby erg achteruitgaat.  

In Nederland krijgt ongeveer de helft van de vrouwen die aan een vaginale stuitbevalling beginnen, alsnog een keizersnede. Dit verschilt per ziekenhuis en heeft meerdere oorzaken. Je kan je verloskundige of de gynaecoloog vragen hoe de zorg rondom een vaginale stuitbevalling in jouw ziekenhuis is geregeld. Ook kan je kiezen voor een ander ziekenhuis. Dit mag ook in een andere regio zijn.

Hoe gaat het verder na een vaginale stuitbevalling?

Je kan na een vaginale stuitbevalling vaak dezelfde dag nog met je baby naar huis. Soms blijf je wat langer in het ziekenhuis, als er extra zorg nodig is voor jou of je baby. Na een keizersnede is dit ook zo. 

Welke rol heeft de verloskundige na de bevalling?

Gaat na de bevalling alles goed met jou en je baby? Dan gaan jullie naar huis om daar de kraamweek door te brengen. De verloskundige en de kraamverzorgende nemen de zorg weer over. De kraamverzorgende komt in de kraamweek elke dag voor jou en je baby zorgen. De verloskundige komt een paar keer kijken hoe het met jullie gaat. Ook kunnen jullie samen bespreken hoe de bevalling is gegaan en hoe je het hebt ervaren. Hier lees je meer over de kraamtijd.

Bronnen