Infectieziekten en de zwangerschap

Zwangerschap
Handen wassen

In het kort

Ziekteverwekkers zijn bacteriën, virussen, schimmels en parasieten die je ziek maken. Ze komen in je lichaam terecht via onder meer besmet eten of contact met besmette mensen. In je lichaam kunnen ze een ontsteking veroorzaken. Dit noemen we een infectie en je hebt dan een infectieziekte. Je kan overal in je lichaam een infectie krijgen. De plek hangt af van het soort ziekteverwekker. Tijdens de zwangerschap en rondom de bevalling kunnen sommige ziekteverwekkers problemen geven voor jouw gezondheid en/of die van je (ongeboren) baby. Hier vind je een overzicht van ziekteverwekkers en wat je kan doen om de kans op besmetting te verkleinen.

Hoe kan je besmetting met ziekteverwekkers voorkomen?

Je kan besmetting met een ziekteverwekker niet voorkomen. Je kan de kans dat dit gebeurt wel kleiner maken. Dit kan je doen als je zwanger bent of als je probeert om zwanger te worden: 

  • Goede handhygiëne. Was je handen regelmatig met ruim water en zeep.
  • Gebruik handschoenen als je in de tuin werkt en was je handen daarna met water en zeep. In tuinaarde kan poep van dieren zitten, waar ziekteverwekkers in kunnen zitten.
  • Vraag iemand anders om de kattenbak te verschonen. In kattenpoep kan de ziekteverwekker toxoplasmose zitten. Kan niemand dit voor je doen? Gebruik dan handschoenen en was je handen daarna met water en zeep.
  • Vraag de mensen in je gezin en je omgeving om te hoesten en niezen in hun ellenboog of een papieren zakdoek, die ze na gebruik weggooien. Vraag ze na het hoesten/niezen hun handen te wassen met water en zeep.
  • Eet geen rauw vlees, rauwe vleeswaren of rauwe melk (ongepasteuriseerd) en ook geen producten waar dit in zit. Hierin kunnen ziekteverwekkers zitten.
  • Eet geen ongewassen groente en fruit.
  • Verhit vlees, vis en schelpdieren goed voordat je het eet.
  • Wil je vlees niet goed doorbakken, vries het dan minimaal vier dagen in (-12°C of lager).
  • Doe geen speen van een kind in je mond en deel geen beker of bestek tijdens het eten.
  • Vermijd contact met mensen en kinderen waarvan je weet dat zij op dit moment een ziekte hebben die besmettelijk is.
  • Vermijd contact met schapen en geiten, vooral in de lammerperiode. Er is dan meer kans dat ze de bacterie die Q-koorts veroorzaakt bij zich dragen.
  • Je kan tijdens de zwangerschap een kinkhoestprik en een griepprik krijgen. Hier lees je er meer over. 

Heb je werk waarbij je een verhoogd risico loopt op een infectie? Dan heb je recht op extra beschermende maatregelen om dit te voorkomen. Je werkgever of bedrijfsarts kan je hier meer informatie over geven.  

Ga je op reis tijdens je zwangerschap? Dan is het goed om te weten welke risico's op infecties er zijn in het gebied waar je naartoe gaat. Het reizigersvaccinatiebureau kan je informatie geven. Ook kunnen ze advies geven over mogelijke vaccinaties. Vermijd op je vakantie gebieden zonder goede medische voorzieningen. 

Welke infectieziekten kunnen schadelijk zijn tijdens de zwangerschap of kraamtijd?

Een infectieziekte krijg je door een ziekteverwekker. Ziekteverwekkers zijn bacteriën, virussen, schimmels en parasieten waar je ziek van wordt. Sommige infectieziekten kunnen schadelijk zijn voor zwangeren en/of (ongeboren) baby's. Op Thuisarts.nl en RIVM.nl vind je meer informatie over deze infectieziekten en de mogelijke gevolgen tijdens de zwangerschap en de kraamtijd. Om deze infectieziekten gaat het: 

Welke soa's kunnen schadelijk zijn tijdens de zwangerschap/kraamtijd?

Soa's zijn besmettelijke ziekten, die worden veroorzaakt door een virus of een bacterie. Je krijgt een soa via seks met iemand die besmet is. De afkorting soa staat voor: seksueel overdraagbare aandoening. Sommige soa’s kan je ook op andere manieren krijgen. Je kan een soa hebben zonder dat je het merkt. Als je zwanger wilt worden of zwanger bent, is het goed om te weten of je een soa hebt. Dit kan invloed hebben op de zwangerschap en op jouw gezondheid en die van de (ongeboren) baby. Het gaat met name om deze soa's:  

  • chlamydia 

  • genitale wratten 

  • gonorroe 

  • hepatitis B 

  • herpes genitalis 

  • hiv  

  • syfilis 

Lees meer over soa's en zwangerschap

Hoe herken je een infectie?

Een infectie hoeft niet altijd klachten te geven. Als je wel klachten krijgt, heb je vaak koorts en voel je je ziek. Soms kan je kortademig zijn of last hebben van koude rillingen. Een infectie kan ook vlekjes of blaasjes geven die je niet eerder had, soms op meerdere plaatsen op je lichaam. Het hangt van het soort infectie af welke klachten je krijgt. 

Wat moet je doen als je denkt dat je een infectie hebt?

Infectieziektes worden veroorzaakt door ziekteverwekkers. Dit kunnen bacteriën, virussen, schimmels of parasieten zijn. Denk je dat je misschien een infectie hebt, omdat je bijvoorbeeld in contact bent geweest met een ziekteverwekker? Of met iemand die besmet is met een infectieziekte? Neem dan contact op met je verloskundige of (huis)arts voor informatie en advies.  

Bel bij koorts hoger dan 38,5°C ook je verloskundige, gynaecoloog of huisarts. Omdat hoge koorts weeën kan opwekken, is het verstandig om bij een temperatuur hoger dan 38,5°C paracetamol in te nemen. Paracetamol zorgt er namelijk voor dat de koorts zakt. Gebruik tijdens de zwangerschap geen aspirine of Ibuprofen. 

Als je meer wilt weten over infectieziekten en de zwangerschap, kan je op de website van het RIVM kijken.

Bronnen

Gebaseerd op

De kennis, ervaring en expertise van verloskundigen. 

Gerelateerde artikelen