De afkorting soa staat voor seksueel overdraagbare aandoening. Soa's zijn besmettelijke ziektes, die worden overgedragen tijdens seks. Als je een soa hebt en zwanger bent of zwanger wilt worden, kan dit problemen geven voor de zwangerschap en de (ongeboren) baby. Het is daarom belangrijk om een soa te behandelen. Hier lees je om welke soa's het gaat, wat de gevolgen kunnen zijn en wat eraan te doen is.
Een soa is een seksueel overdraagbare aandoening. Het is een besmettelijke ziekte, die je kan krijgen of overdragen tijdens seks. Met name seks zonder condoom. Sommige soa’s worden ook op andere manieren overgedragen. Je kan een soa hebben zonder dat je het merkt. Daardoor kan je een ander besmetten zonder dat je het weet. Sommige soa's kan de moeder tijdens de zwangerschap of bevalling overdragen aan de baby. Met een soa-test weet je of je een soa hebt. De meeste soa's gaan over met medicijnen.
Als je zwanger wilt worden of zwanger bent, is het goed om te weten of je een soa hebt. Dit kan invloed hebben op de zwangerschap en op jouw gezondheid en die van de (ongeboren) baby. Het gaat met name om deze soa's:
Een soa geeft niet altijd klachten. Soms merk je dus niet dat je een soa hebt. Als een soa wel klachten geeft, kan je het volgende merken:
Om zeker te weten of je een soa hebt, kan je een soa-test doen.
Je kan een soa-test doen via de huisarts of de GGD. Er zijn verschillende soa-testen:
Met je huisarts of een arts of verpleegkundige van de GGD bespreek je welke test nodig is. Meer informatie over wanneer en hoe je je kan laten testen, vind je op www.thuisarts.nl.
Je kan besmet raken met een soa als je seks hebt met iemand die een soa heeft. Een soa kan worden overgedragen wanneer geslachtsdelen elkaar raken. Maar ook door contact tussen de mond, handen of seksspeeltjes en de geslachtsdelen. Deze vormen van seks geven kans op besmetting:
Je verkleint de kans op een soa door een condoom te gebruiken. Voordat je seks hebt met een nieuwe partner, kan je allebei een soa-test doen. Dan weet je of jij of je partner (ongemerkt) een soa hebt/heeft. Bij sommige soa’s, zoals hiv, duurt het na de besmetting een tijd voordat dit te zien is met een test. De huisarts of de GGD geeft hier uitleg over.
Denk je dat je een soa zou kunnen hebben? En ben je zwanger of wil je graag zwanger worden? Dan is het goed om dit te bespreken met je huisarts of je verloskundige. Die zal je adviseren om een soa-test te doen en kan je advies geven als je een kinderwens hebt. Als je een soa hebt, is het belangrijk om dit zo snel mogelijk te behandelen. Daarmee voorkom je (ergere) klachten. In het algemeen geldt dat vroeg behandelen zorgt voor minder kans op besmetting, minder risico's voor de zwangerschap en minder risico's voor de gezondheid van de baby.
Als je zwanger bent, kan een soa soms via de placenta en de navelstreng bij de baby terechtkomen. De baby kan dan in je buik besmet raken. Ook kan de baby soms besmet raken tijdens de bevalling. Deze soa´s kunnen tijdens de zwangerschap en/of tijdens de bevalling worden overgedragen van de moeder op de baby:
Met een soa-test weet je zeker of je een van deze soa's hebt. Je huisarts kan je dan medicijnen voorschrijven om de soa te behandelen.
Als je een partner hebt die een soa zou kunnen hebben, is het belangrijk om allebei een soa-test te doen. Mocht je partner (ongemerkt) een soa hebben, dan kan die jou (opnieuw) besmetten als jullie seks hebben. Als jij besmet bent en zwanger bent, kan de baby soms ook besmet raken. Dit kan gebeuren via de placenta of tijdens de bevalling.
Wordt er een soa ontdekt bij je partner en/of bij jou, dan schrijft de huisarts medicijnen voor. Het is belangrijk om te wachten met seks tot na de behandeling, of een condoom te gebruiken. Een condoom beschermt niet 100% tegen soa's. Let er goed op dat jullie het condoom op de juiste manier gebruiken. Dit staat in de gebruiksaanwijzing in de verpakking.
Meestal kan je in bad bevallen als je een soa hebt. Alleen als je voor de eerste keer bent besmet met herpes genitalis en blaasjes bij je vagina, schaamlippen of anus hebt, is dit een reden om niet in bad te bevallen. Er is geen onderzoek gedaan naar de veiligheid van een badbevalling als je genitale wratten hebt. Je kan met je verloskundige bespreken wat in jouw situatie het veiligst is.
De meeste soa's kan je niet aan je baby doorgeven via de borstvoeding. Als je besmet bent met hepatitis B of hiv, hangt het af van de hoeveelheid virusdeeltjes in jouw bloed of je veilig borstvoeding kan geven. Met genitale herpes en syfilis kan je veilig borstvoeding geven zolang er geen blaasjes of wondjes op je tepels zitten die door de soa komen.
Heb je een soa en ben je zwanger of bezig om zwanger te worden, dan kan dit gevolgen hebben voor de gezondheid van jou en de (ongeboren) baby. Deze risico's zijn voor iedere soa weer anders. Dit staat hieronder per soa uitgelegd.
Het is belangrijk om een soa te behandelen. De meeste soa's kunnen ook tijdens de zwangerschap goed en veilig worden behandeld met medicijnen. De behandeling verschilt per soa.
Chlamydia is de meest voorkomende soa in Nederland. Het wordt veroorzaakt door een bacterie, die kan worden doorgegeven tijdens seks zonder condoom. Vrouwen merken het meestal niet als ze zijn besmet met chlamydia. Mannen merken dit in de helft van de gevallen niet. Op www.thuisarts.nl kan je meer lezen over de symptomen. Na een besmetting met chlamydia heb je evenveel kans om zwanger te worden als vrouwen die niet besmet zijn geweest. Wel kan het langer duren om zwanger te worden.
Tijdens de zwangerschap kan chlamydia zorgen voor voortijdige weeën, te vroeg gebroken vliezen, vroeggeboorte en een laag geboortegewicht van de baby. Na de bevalling geeft het een grotere kans op een ontsteking van het baarmoederslijmvlies. De baby kan tijdens de bevalling ook besmet raken met chlamydia, en daardoor een oogontsteking krijgen of ziek worden aan de luchtwegen. Je kan chlamydia niet overdragen via borstvoeding.
Chlamydia is goed te behandelen met antibiotica, ook tijdens de zwangerschap. Vertel het je verloskundige als je klachten hebt die bij chlamydia kunnen horen, of als je partner dit heeft.
Genitale wratten worden veroorzaakt door het HPV-virus. Het zijn wratten rondom de geslachtsdelen, meestal op of rond de schaamlippen, vagina of anus. Soms heb je daarbij jeuk of een branderig gevoel. Je kan besmet raken door seks met iemand die genitale wratten heeft, maar ook via de ongewassen handen of handdoek van iemand met genitale wratten.
Als je tijdens de zwangerschap besmet raakt met genitale wratten, kan je er meer klachten door krijgen dan wanneer je niet zwanger bent. Er kunnen bijvoorbeeld meer wratten groeien en ze kunnen groter worden. Tijdens de zwangerschap kan je baby niet besmet raken met genitale wratten. Tijdens de bevalling kan dat wel gebeuren, maar dit is zeldzaam. Als een baby toch besmet raakt, kan die wratten in de keel krijgen.
De huisarts kan vaststellen of je genitale wratten hebt. Je krijgt dan een crème om ze te behandelen. Dit kan ook tijdens de zwangerschap. Er is geen onderzoek gedaan naar de veiligheid van een badbevalling als je genitale wratten hebt. Je kan met je verloskundige bespreken wat in jouw situatie het veiligst is.
Gonorroe wordt veroorzaakt door een bacterie. Deze soa geeft niet altijd klachten. 30-60% van de vrouwen die besmet raken, merkt dit, met name aan pijn bij het plassen en sterk ruikend vocht uit de vagina. Op www.thuisarts.nl kan je meer lezen over de symptomen van gonorroe.
Zonder behandeling kan je door gonorroe ernstige klachten krijgen. Zoals een ontsteking aan het bekken, verminderde vruchtbaarheid of een zwangerschap die buiten de baarmoeder groeit. Tijdens de zwangerschap kan gonorroe zorgen voor een miskraam, een ontsteking van de vruchtzak waar de baby in zit, te vroeg gebroken vliezen en vroeggeboorte. Tijdens de bevalling kan de baby ook besmet raken met de bacterie die gonorroe veroorzaakt. De baby kan daardoor oogontsteking krijgen. Dit kan blindheid veroorzaken als het niet wordt behandeld. Je kan gonorroe niet overdragen via de borstvoeding.
Gonorroe kan worden behandeld met antibiotica. Ook tijdens de zwangerschap en als je borstvoeding geeft. Vertel het je verloskundige als je klachten hebt die bij gonorroe kunnen horen, of als je partner dit heeft.
Hepatitis B wordt veroorzaakt door het hepatitis B-virus. In Nederland wordt iedere zwangere aan het begin van de zwangerschap getest op hepatitis B. Dit gebeurt met een bloedonderzoek. Hieruit blijkt dat ongeveer 4 op de 1000 zwangere vrouwen besmet zijn met het virus. Het virus zit in het bloed, organen, sperma en vocht uit de vagina. Daarom kan het worden overgedragen tijdens seks, maar bijvoorbeeld ook tijdens een bloedtransfusie, het zetten van een tatoeage, het delen van naalden bij het inspuiten van drugs of een orgaantransplantatie. In de meeste gevallen ruimt het lichaam het virus zelf op. Sommige mensen blijven levenslang drager van het hepatitis B-virus. Op www.thuisarts.nl kan je lezen welke klachten je kan krijgen.
Als uit het bloedonderzoek blijkt dat je drager bent van het hepatitis B-virus, krijg je een extra onderzoek. Dit is om te kijken of het gaat om een nieuwe besmetting of om levenslang dragerschap. Ben je tijdens de zwangerschap besmet geraakt, dan kan je in de laatste weken (het derde trimester) zieker worden van hepatitis B dan iemand die niet zwanger is. Je kan tijdens de zwangerschap worden behandeld met medicijnen als je hepatitis B hebt. Een thuisbevalling, bevallen in het ziekenhuis en bevallen in bad is allemaal mogelijk.
Besmetting van de baby via de placenta is heel zeldzaam. Wel kan de baby besmet raken tijdens de bevalling, als bloed en slijm van moeder en baby met elkaar in contact komen. Van de baby's die besmet raken, wordt 4% ziek. Dit kan ook betekenen dat de baby drager van het virus blijft. Om ziekte te voorkomen, krijgt de baby van een moeder met hepatitis B kort na de bevalling twee injecties: één met antistoffen en één met een eerste vaccinatie tegen hepatitis B. Per jaar worden in Nederland ongeveer duizend baby's geboren uit een moeder met het hepatitis B-virus. Je mag borstvoeding geven als je besmet bent met hepatitis B.
Sommige zwangeren wordt een vaccinatie tegen hepatitis B aangeraden. Als je zwanger bent of borstvoeding geeft, kan je veilig tegen hepatitis B worden gevaccineerd. Alle baby's worden bij drie, vijf en elf maanden gevaccineerd tegen hepatitis B, als onderdeel van het rijksvaccinatieprogramma.
Herpes genitalis wordt veroorzaakt door het herpes-simplexvirus. In Nederland dragen zeven op de tien mensen dit virus bij zich. Meestal geeft het virus geen klachten. Soms zijn er wel klachten, zoals pijnlijke, branderige blaasjes in en rond de vagina en schaamlippen. Op www.thuisarts.nl kan je meer lezen over de symptomen van herpes genitalis. Het herpes-simplexvirus kan ook een koortslip veroorzaken. Hier vind je meer informatie over wat je kan doen bij een koortslip tijdens de zwangerschap en na de bevalling.
De kans om besmet te raken met herpes is het grootst als er blaasjes te zien zijn. Zonder blaasjes is de kans op overdracht kleiner, maar niet nul. Iemand met een koortslip kan het virus tijdens de seks ook overdragen op de geslachtsdelen. Dit kan gebeuren wanneer de koortslip in contact komt met de geslachtsdelen van de partner. Herpes genitalis kan tijdens de zwangerschap worden behandeld met medicijnen.
Het is heel zeldzaam dat een ongeboren baby wordt besmet met het herpes-simplexvirus. Als dit toch gebeurt, kan het zorgen voor een miskraam, aangeboren afwijkingen aan de huid of ogen van de baby of het overlijden van de baby in de baarmoeder. Het gebeurt vaker dat een baby wordt besmet tijdens de bevalling. Die kans is het grootst als je op dat moment voor het eerst herpes genitalis hebt én als er blaasjes op je geslachtsdelen zitten.
Als een baby tijdens de bevalling besmet raakt met het herpes-simplexvirus, kan dit zorgen voor infecties rond de ogen en mond van de baby, aan de zenuwen in het lichaam, of een grote infectie die in het hele lichaam kan zitten. Er is een kans op levenslange schade aan de hersenen of het overlijden van de baby. In totaal raken in Nederland twee tot drie baby’s per 100.000 baby’s besmet met herpes.
Maak je tijdens de bevalling voor het eerst een besmetting met herpes genitalis door, dan word je verwezen naar de gynaecoloog. Die schrijft je medicijnen voor en bespreekt met je wat het beste is: een vaginale bevalling of een keizersnede. Dit hangt er onder meer van af hoe ziek je bent en hoeveel blaasjes er zitten. Als je al eens eerder herpes genitalis hebt gehad, zijn er bij een nieuwe besmetting vaak minder blaasjes. In overleg met jou wordt dan gekeken wat de beste zorg is tijdens de bevalling en of een keizersnede voor jou een goede keuze zou zijn.
Als je vaginaal bevalt terwijl je blaasjes hebt, plakt de verloskundige de blaasjes af met Betadine-gaas, om besmetting van de baby te voorkomen. Dit kan ook tijdens een thuisbevalling. Een badbevalling wordt vaak afgeraden vanwege de besmettelijkheid van de blaasjes. Na de bevalling wordt de baby getest op het herpesvirus. Is de baby toch besmet geraakt, dan krijgt die medicijnen tegen het virus.
Je kan borstvoeding geven als je besmet bent met het herpes-simplexvirus. Het is dan wel belangrijk dat er geen blaasjes rond je tepels zitten. Ook is het heel belangrijk om goed je handen te wassen voordat je je baby aanraakt.
Hiv staat voor humaan immunodeficiëntievirus. Dit betekent dat hiv een virus is dat je eigen afweersysteem zwakker maakt. Hiv zit in het bloed, slijm, sperma en vaginavocht van mensen die besmet zijn. Daarom kan het worden overgedragen tijdens seks, maar bijvoorbeeld ook tijdens een bloedtransfusie, het zetten van een tatoeage of het delen van naalden voor het inspuiten van drugs. Op www.thuisarts.nl kan je meer lezen over de klachten die bij hiv kunnen horen.
Tijdens de zwangerschap kan hiv via de placenta bij de baby terechtkomen. Tijdens de bevalling kan een baby besmet raken door contact tussen bloed en slijm van moeder en kind, en na de bevalling via de borstvoeding. Er zijn medicijnen die hiv goed kunnen onderdrukken, waardoor het virus niet meer te zien is in het bloed. Je hebt dan ook geen klachten van de besmetting. Hiv geneest niet door de medicijnen, je draagt het virus je leven lang bij je. Je kan jezelf beschermen tegen hiv door tijdens de seks een condoom te gebruiken.
Een besmetting met hiv is zeldzaam in Nederland. Toch worden alle zwangeren aan het begin van de zwangerschap getest op hiv. Dit gebeurt met een bloedonderzoek. Dat is omdat onbehandelde hiv een grote kans geeft op besmetting van de (ongeboren) baby. Als je zwanger bent en hiv hebt, wordt de zwangerschap begeleid door een gynaecoloog die gespecialiseerd is in hiv.
Als je besmet bent met hiv, is het heel belangrijk om tijdens de zwangerschap en de borstvoedingsperiode medicijnen te gebruiken die hiv onderdrukken. De kans op besmetting van je baby is dan heel klein. Zwangeren met hiv die anti-hiv-medicijnen gebruiken, kunnen vaginaal bevallen. Een keizersnede is dan niet nodig vanwege hiv. Ook kan je veilig borstvoeding geven zolang je deze medicijnen gebruikt.
Syfilis wordt veroorzaakt door een bacterie. Het is een zeldzame ziekte in Nederland. Het komt vooral voor bij mannen die seks hebben met mannen. Toch worden alle zwangeren aan het begin van de zwangerschap op syfilis getest. Dit gebeurt met een bloedonderzoek. Syfilis kan namelijk ernstige problemen veroorzaken tijdens de zwangerschap. Op www.thuisarts.nl kan je meer lezen over de symptomen van syfilis.
Via de placenta kan de bacterie die syfilis veroorzaakt op de ongeboren baby worden overgedragen. Dit kan zorgen voor een miskraam, een vertraagde groei van de baby, aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte of het overlijden van de baby in de baarmoeder. De baby kan ook besmet raken tijdens de bevalling en daar ziek van worden.
Syfilis wordt behandeld met een sterk antibioticum. Dit mag ook tijdens de zwangerschap. Als na de bevalling blijkt dat de baby besmet is met syfilis, kan die ook met antibiotica worden behandeld. Je kan borstvoeding geven als je besmet bent met syfilis. Het is dan wel belangrijk dat er geen blaasjes of wondjes rond de tepels zitten, die door de syfilis komen.