De gezondheid van je baby in de eerste weken

Na de geboorte
Baby wordt gewassen

In het kort

In de eerste weken met je baby staan de verloskundige, de kraamverzorgende, de huisarts en het consultatiebureau klaar om je te helpen met advies en zorg voor je baby. Samen bekijken jullie of klachten die je baby in de eerste weken heeft normaal zijn of op een probleem wijzen. Bij wie kan je wanneer terecht? 

Wie controleert de gezondheid van je baby in de eerste weken?

De eerste tien dagen na de bevalling is de verloskundige degene die de gezondheid van je baby in de gaten houdt. Deze komt een paar keer bij je thuis om te kijken hoe het met jou en je baby gaat. De kraamverzorgende helpt door elke dag de kraamcontroles te doen. Hierbij let ze op verschillende kenmerken die laten zien of het goed gaat met je baby. Ook kan ze je leren waar je zelf op kan letten, en natuurlijk is je eigen intuïtie belangrijk. 

Als je vragen of zorgen hebt over de gezondheid van je baby, kan je in de eerste tien dagen je verloskundige bellen. Daarna nemen de huisarts en het consultatiebureau de zorg over. Je kan bij het consultatiebureau terecht voor controles van de gezondheid van je baby, zoals de groei en de ontwikkeling. De vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma worden ook op het consultatiebureau gegeven. Tussen de afspraken door kan je het consultatiebureau bellen met vragen over je baby en het ouderschap.

Welke klachten komen vaak voor bij pasgeboren baby’s? 

Er zijn een aantal klachten waar de meeste pasgeboren baby’s weleens last van hebben. Meestal zijn ze vervelend, maar niet gevaarlijk. Je kan er niet altijd iets tegen doen.   

Krampjes 

De meeste pasgeboren baby’s hebben last van krampjes na de voeding. Dat begint als je baby ongeveer drie weken oud is en kan met zes tot acht weken het ergst zijn. Daarna nemen de klachten meestal weer af. De oorzaak is niet bekend en er is geen bewezen oplossing voor. Veel meer dan troosten en knuffelen kan je meestal niet doen. Maak je je zorgen? Overleg dan met je verloskundige of huisarts, of bespreek de krampjes bij jullie bezoek aan het consultatiebureau.  

Regeldagen 

In de eerste paar maanden groeit je baby veel. Dat gaat niet geleidelijk, maar in sprongen. Je baby kan dan ineens meer gaan huilen, hangerig zijn en meer willen drinken. Dit noem je regeldagen. Doordat je baby vaker uit je borst drinkt, ga je meer melk aanmaken. Zo regelen jij en je baby samen dat de hoeveelheid melk wordt aangepast aan de groei. Na een paar dagen gaat het vaak weer beter.

Sprongen 

Je baby leert razendsnel en maakt veel ontwikkelingen door. Ook die ontwikkeling gaat in sprongen. Soms moet je baby even wennen aan iets nieuws wat die ineens kan. Of er gebeurt veel in de hersenen, waardoor je kind onrustig is. Je baby is dan hangerig en huilerig en wil veel bij je zijn. Als de sprong voorbij is, gaat dit weer over.  

Reflux 

De meeste baby’s boeren na het eten een beetje melk op. Dat heet reflux en het is normaal. Sommige baby’s hebben er heel veel last van. Het kan helpen om je baby na het drinken rechtop tegen je aan te houden. Meestal gaan refluxklachten vanzelf over. Neem contact op met het consultatiebureau of de huisarts als je baby niet goed meer drinkt en gewicht verliest. 

Baby-acne 

Tijdens de zwangerschap kwamen jouw hormonen via de placenta bij je baby. Na de geboorte kan je baby hierdoor puistjes krijgen. Het kan geen kwaad en je kan er het beste niets op smeren. Het gaat vanzelf weer over. 

Vaginaal bloedverlies 

Meisjesbaby's kunnen in de dagen na de geboorte wat bloed verliezen uit hun vagina, net als volwassen vrouwen. Dat heet een nep-menstruatie of pseudomenstruatie. Het komt door de hormonen die je dochter van jou heeft gekregen via de placenta. Het is normaal en het kan geen kwaad. 

Vocht uit de tepels 

Hormonen kunnen bij alle baby’s (jongens en meisjes) zorgen voor opgezette tepels of vocht uit de tepels. Dat heet vochtsecretie (afscheiding van vocht) en het is niet erg. Je hoeft er niets aan te doen en het is het beste om er niet aan te komen. Het verdwijnt meestal binnen een paar weken.   

Onregelmatig slapen 

In de eerste weken slapen baby's veel, maar ze hebben nog geen dag-en-nachtritme. Het is normaal dat baby's 's nachts een aantal keer wakker worden. Op een gegeven moment is je baby overdag langer wakker tussen de slaapjes en slaapt die 's nachts langer achter elkaar door. Er komt dan meer regelmaat in. Wanneer dit gebeurt, verschilt per baby. 

Waar moet je extra op letten bij pasgeboren baby’s?  

Pasgeboren baby’s kunnen van verschillende dingen last hebben. De meeste klachten horen erbij en zijn niet erg. Er zijn wel een aantal dingen belangrijk om in te gaten te houden, omdat ze gevaarlijk kunnen zijn voor pasgeboren baby’s of kunnen wijzen op een gezondheidsprobleem. 

Koorts 

Koorts bij baby’s is een goede reden om de huisarts te bellen. Een normale lichaamstemperatuur voor een baby is tussen de 36,5 en 37,5 graden Celsius. Zit je baby daaronder of daarboven? Neem dan contact op. 

Genoeg drinken 

Genoeg drinken is belangrijk voor baby’s. Plast en poept je baby weinig? Heeft de plas of poep een vreemde kleur? Drinkt je baby weinig, onrustig of met moeite? Of merk je dat je baby wel honger heeft, maar niet ontspannen is tijdens een voeding? Bespreek dit met je verloskundige of kraamverzorgende. Er kan een lichamelijke oorzaak zijn.

Groei 

In de eerste dagen na de geboorte weegt de kraamhulp je baby. Het is belangrijk dat je baby groeit. Als de kraamzorg stopt, neemt het consultatiebureau de controles over. Twijfel je tussen de controles door of je baby genoeg groeit? Neem dan contact op met het consultatiebureau.

Geelzien 

Na de geboorte worden de meeste baby’s een klein beetje geel. Je ziet dit aan de huid, het oogwit en het tandvlees. De gele gloed is niet altijd goed te zien, zeker bij baby’s met een donkere huidskleur.   

De wat gele kleur komt door bilirubine. Dit is een galkleurstof, die ontstaat wanneer rode bloedcellen worden afgebroken. Pasgeboren baby’s hebben veel bilirubine in het bloed. Dit is normaal. Als je baby goed drinkt, trekt dit vaak binnen een paar dagen weer weg. De lever haalt de galkleurstof uit het bloed en je baby plast en poept het uit.

Soms kan de lever van een baby de galkleurstof niet snel genoeg afbreken. Dan komt er te veel in het bloed. Dit heet hyperbilirubinemie. Vaak wordt een baby dan ook suf. Dit kan gevaarlijk zijn. Het is erg zeldzaam, maar soms kan hyperbilirubinemie zorgen voor hersenschade. Een behandeling is nodig om je baby te helpen met het afbreken van de galkleurstof. Je verloskundige en kraamverzorgende letten goed op tekenen van te veel galkleurstof. Denk je zelf dat je baby hier last van heeft? Bespreek het dan met hen.  

Waar kan je terecht met vragen over de gezondheid van je baby?

De eerste tien dagen na de bevalling is je verloskundige je eerste aanspraakpunt voor vragen over de gezondheid van je baby. Ook komt in de kraamweek een kraamverzorgende bij je thuis, die je vragen kan stellen. Bij twijfels of zorgen kan deze overleggen met de verloskundige. Na tien dagen draagt de verloskundige de (medische) zorg voor je baby over aan je huisarts en het consultatiebureau (jeugdgezondheidszorg). Vanaf dan kan je daar met je vragen terecht. Voor overleg over jouw eigen gezondheid, kan je tot zes weken na de bevalling je verloskundige bellen. 

Op het consultatiebureau werken artsen en verpleegkundigen die de groei en ontwikkeling van je baby in de gaten kunnen houden en hier advies over kunnen geven. Je kan naar de vaste afspraken gaan, naar het inloopspreekuur en je kan het consultatiebureau bellen met vragen. Ook kan je er advies krijgen over het ouderschap. Daarnaast kan je bij je huisarts terecht voor de gezondheid van jou en je baby.

Bronnen