Tijdens de zwangerschap krijg je, indien hier gebruik van wilt maken, standaard drie echo’s aangeboden:
Termijnecho
Rond de 10-13 weken krijg je een echo om te bepalen hoe lang je zwanger bent: de termijnecho. Tijdens deze echo wordt de uitgerekende datum bepaald. Dit is belangrijk te weten, omdat zo een schatting gemaakt kan worden in welke periode de baby geboren zal worden. Ook kan in de zwangerschap de groei van de baby goed vergeleken worden met het aantal weken dat je zwanger bent. De uitgerekende datum staat ook op de zwangerschapsverklaring die je nodig hebt om zwangerschapsverlof aan te vragen. Tijdens de eerste termijnecho wordt soms gezien dat je zwanger bent van 2 of meer kinderen: een meerling.
13 wekenecho
De 13 wekenecho is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij de baby. Een lichamelijke afwijking betekent dat een deel van het lichaam er anders uitziet dan normaal. Je mag zelf kiezen of je de 13 wekenecho wilt. Wil je dit niet, dan kun je nog wel de 20 wekenecho en/of de NIPT (niet-invasieve prenatale test) laten doen.
Vanaf 12 weken en 3 dagen tot en met 14 weken en 3 dagen zwangerschap kun je een 13 wekenecho laten maken. De echoscopist kijkt met een echoapparaat naar de schedel, het hart, de buik, de armen en benen en de wervelkolom. Ook wordt gekeken naar de placenta en of de hoeveelheid vruchtwater normaal is. De echo wordt via de buik (uitwendig) gemaakt. Soms is het nodig een echo via de vagina (inwendig) te maken om de baby beter te beoordelen.
Tijdens het onderzoek wordt een groot deel (ongeveer vijftig procent) van de afwijkingen gevonden die anders pas bij de 20 wekenecho zouden zijn ontdekt. Het voordeel hiervan is dat er daardoor in overleg met jou eerder aanvullend onderzoek worden gedaan en een behandelplan kan worden gemaakt. Wanneer er vroeg in de zwangerschap bijzonderheden zijn in de aanleg van de baby, heb je meer tijd om na te denken over verder onderzoek en wat je met de uitslag wilt.
Bij ongeveer 5 van de 100 zwangere vrouwen ontdekt de echoscopist iets dat kan wijzen op een afwijking . Het is niet altijd duidelijk of die ontdekking klopt, hoe ernstig het is en wat dit voor de baby betekent. Wanneer er iets afwijkends wordt gezien, dan wordt dit meteen verteld. Je kunt dan kiezen voor vervolgonderzoek.
Je kiest zelf of je een13 wekenecho wilt laten maken. Je verloskundige zal je hier bij het eerste bezoek naar vragen. Zo ja, dan volgt een uitgebreid gesprek. Dit wordt een counselingsgespek genoemd. Bedenk dat de echo geen garanties biedt. Er kunnen afwijkingen worden gezien die – achteraf - niets blijken te zijn. Je kunt dus onterecht ongerust worden. Andersom kunnen er ook kunnen dingen gemist worden.
Het counselingsgesprek met je verloskundige en het laten doen van de 13 wekenecho is gratis. De kosten van vervolgonderzoek gaan soms af van het eigen risico van de ziektekostenverzekering. Dit vind je terug in de polisvoorwaarden van jouw verzekeringsmaatschappij.
Kies je voor de 13 wekenecho, dan doe je automatisch mee aan de IMITAS studie (Implementation of First Trimester Anomaly Scan). Dit wetenschappelijke onderzoek moet duidelijk maken of de voordelen van de 13 wekenecho opwegen tegen de nadelen. Het ministerie van VWS besluit na de studie of de 13 wekenecho definitief wordt toegevoegd aan het aanbod van prenatale screening. Deze studie loopt tot 2024. Je tekent een formulier waarmee je toestemming geeft dat je gegevens voor het onderzoek gebruikt worden. Je kunt ook benaderd worden voor aanvullend onderzoek (zoals via een vragenlijst of interview) als je hier toestemming voor geeft.
20 wekenecho
Bij de 20 wekenecho wordt uitgebreid gekeken naar de ontwikkeling van de organen van de baby. Zo wordt er gekeken naar de eventuele aanwezigheid van een open ruggetje of een open schedeltje. Ook wordt gekeken of de baby goed groeit en of er voldoende vruchtwater is.
De 20 wekenecho is een redelijk betrouwbare methode om ernstige aangeboren afwijkingen te ontdekken. Kies je ervoor om deze echo te laten doen, houdt er dan rekening mee dat ook andere afwijkingen kunnen worden gezien. De echo brengt geen risico’s met zich mee.
Een afwijkende uitslag
Als bij de 20 wekenecho iets afwijkends wordt gezien, zijn de gevolgen voor het kind niet altijd duidelijk. Meestal wordt vervolgonderzoek aangeboden. Tijdens een gesprek met de echoscopist, verloskundige, huisarts of gynaecoloog word je uitgebreid voorgelicht over het vervolgonderzoek. Voor vragen of ondersteuning kun je ook bij hen terecht. Bij elk onderzoek bepaal je zelf of je dit wilt.
Vervolgonderzoek bij afwijkende uitslag
Het vervolgonderzoek bestaat uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek oftewel een Geavanceerd echoscopisch onderzoek (GUO) door een gynaecoloog. Soms krijg je ook een vruchtwaterpunctie of bloedonderzoek aangeboden. Bij een vruchtwaterpunctie is er een kleine kans op een miskraam.
Vervolgonderzoek, en dan?
Als uit vervolgonderzoek blijkt dat je baby een aandoening heeft, krijg je altijd een gesprek met één of meerdere artsen. Je kunt voor de moeilijke keuze komen te staan of je de zwangerschap wilt uitdragen of voortijdig wilt beëindigen. Niet alle aandoeningen worden voor de geboorte ontdekt. Als uit prenatale screening blijkt dat de kans klein is dat je kind Downsyndroom of een lichamelijke afwijking heeft, kan het toch deze aandoening hebben. Ook kan het een andere aandoening hebben, die niet wordt ontdekt. De vraag of je kind volledig gezond is, kan nooit met zekerheid worden beantwoord.
Waar wordt de echo gemaakt?
De screeningsecho wordt in een verloskundig echocentrum gemaakt, in een verloskundige echopraktijk, of in een andere voorziening zoals een ziekenhuis of huisartsenlaboratorium. Op veel plaatsen werkt de verloskundige samen met een eerstelijns verloskundig echocentrum, dat een vergunning heeft gekregen van de toezichthouder op de kwaliteit van de screeningsecho’s (het RIVM).
Het is praktisch als de echo wordt uitgevoerd in het centrum waar je verloskundige mee samenwerkt. Alle echo’s, behalve de zogenaamde ‘pretecho’, worden vergoed door je zorgverzekeraar.
Meer informatie
Daarnaast kan je verloskundige om medische redenen besluiten tot het maken van de volgende diagnose echo’s:
Vroege echo
In sommige gevallen wordt al vroeg in de zwangerschap (6 – 7 weken) een extra echo gemaakt. Bijvoorbeeld als er sprake is van:
Groeiecho
Wanneer een groeicontrole wordt verricht, worden het hoofdje, de buikomvang en de beenlengte gemeten. Op die manier wordt duidelijk of het kindje volgens verwachting groeit. De groeicontrole kan op verzoek van de verloskundige meerdere keren herhaald worden, zodat er een goed beeld van de groei van het kindje ontstaat: een groeicurve. Tevens wordt de hoeveelheid vruchtwater bepaald.
Meer informatie over de groeiecho vind je op degynaecoloog.nl.
Liggingsecho
Als rond de 35 weken zwangerschap het vermoeden bestaat dat de baby niet met het hoofdje naar beneden ligt wordt een liggingsecho gemaakt.
Ligging van de baby
Tijdens de zwangerschap draait het kind rond je baarmoeder en neemt verschillende liggingen aan. Aan het eind van de zwangerschap, vanaf 32 weken gaan de meeste baby's met het hoofd naar beneden liggen om zich klaar te maken voor de geboorte. Hoe meer de baby groeit hoe moeilijker het voor je baby wordt om te draaien, omdat de ruimte steeds kleiner wordt. Wanneer je baby “vergeet" om te draaien of omdat het niet meer lukt kan het gebeuren dat je verloskundige geen hoofdje in het bekken voelt maar billen wordt een echo afgesproken. De ligging van je baby is belangrijke informatie ter voorbereiding op de bevalling.
De echo
Met de echo kan de echoscopiste zien hoe het kind ligt. Meestal is dit in hoofdligging maar bij een klein aantal baby's (3-4%) ligt het kind in stuitligging. Een andere mogelijkheid is nog dat het kind dwars ligt, dit komt zelden voor.
Wanneer het kind in stuit of dwars ligt wordt gekeken of hier een oorzaak voor is. Meestal is dit niet het geval. Verder wordt gekeken naar de plaats van de placenta, de hoeveelheid vruchtwater en de groei van de baby.
Waar vindt de echo plaats?
De echo wordt bij de verloskundige in de praktijk of bij een echoscopisch centrum in de buurt gemaakt.
Stuitligging
Blijkt dat de baby in een stuit ligt, dan geeft de verloskundige informatie over de mogelijk om je baby te draaien naar een hoofdligging, de uitwendige versie.
Als je klachten hebt over een echo die door een verloskundige in haar werk als prenatale screeningsechoscopist is uitgevoerd, kun je een beroep doen op de KNOV Klachtenregeling.
Je kunt ook een beroep doen op de KNOV klachtenregeling als de echo is uitgevoerd door een niet-verloskundige echoscopiste die in dienst is bij een verloskundigenpraktijk. Onder bepaalde voorwaarden kan dit ook als je klachten hebt over het verloskundig centrum waar de echo is uitgevoerd. Vraag dit eerst even na bij de klachtencommissie, voordat je een klacht bij deze commissie indient.
Indien er een klacht is over het functioneren van een echoscopist die lid is van de BEN, is het ook mogelijk om die klacht bij de klachtencommissie van de BEN neer te leggen.
Ben je zwanger of heb je een kinderwens?
Neem dan contact op met een verloskundige.
Deze site is een initiatief van de KNOV, de beroepsorganisatie van verloskundigen.
Naar knov.nl Naar knov.nl