Bij de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) wordt er bloed afgenomen. In dat bloed zit ook een klein beetje DNA van de placenta (moederkoek). Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van jouw kind. Het laboratorium kan zo onderzoeken of er bij jouw kind een aanwijzing is voor down-, edwards- of patausyndroom. De test geeft bijna 100% zekerheid. Je kunt de NIPT laten doen vanaf 10 weken zwangerschap.
De NIPT is een screeningstest. Je bepaalt zelf of je de test wilt laten uitvoeren.
Binnen 10 – 15 werkdagen krijg je de uitslag van de NIPT. De uitslag krijg je van je verloskundige of gynaecoloog. De NIPT is een screeningstest en geen diagnostische test. Deze geeft dan ook geen 100% zekerheid. De reden hiervoor is dat in jouw bloed DNA van de placenta (moederkoek) zit. Dit DNA is meestal hetzelfde als het DNA van je kind, maar niet altijd. Daarom is de uitslag niet 100% zeker.
Is de uitslag niet-afwijkend, dan is de kans erg klein (1 op 1000) dat er toch sprake is van een chromosoomafwijking. Is de uitslag afwijkend, dan is de kans erg groot dat je baby een chromosoomafwijking heeft. Om het zeker te weten, kun je een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest laten doen. Bij een vlokkentest en een vruchtwaterpunctie bestaat een kleine kans op een miskraam als gevolg van het onderzoek.
Je verloskundige geeft uitleg over het onderzoek en wat de uitkomsten betekenen. Jij en je partner bepalen zelf of jullie screening willen. De verloskundige begeleidt jou en je partner hierbij. Zo kunnen jullie goed geïnformeerd een beslissing nemen.
Wil je meer informatie over het onderzoek NIPT kijk dan op de volgende website
Ben je zwanger of heb je een kinderwens?
Neem dan contact op met een verloskundige.
Deze site is een initiatief van de KNOV, de beroepsorganisatie van verloskundigen.
Naar knov.nl Naar knov.nl