Tijdens de actieve fase ontsluit (opent) je baarmoedermond zich, tot deze helemaal open is. Dat is (ongeveer) 10 centimeter en het heet volledige ontsluiting. Aan het eind van de ontsluiting gaat de actieve fase geleidelijk over in de uitdrijvingsfase. De uitdrijvingsfase (ook wel persfase) is de fase waarin je baby wordt geboren. De overgang van ontsluiting naar uitdrijving heet de overgangsfase. Een ander woord hiervoor is: transitiefase. De weeën kunnen nu heel heftig voelen, maar ze kunnen ook juist wat rustiger worden, met langere pauzes ertussen. Hoe dan ook: het zal niet lang meer duren tot de geboorte van je kind.
De overgangsfase is de overgang van de ontsluiting naar de uitdrijving. Dus van het laatste stukje van het openen van de baarmoedermond, naar het begin van de geboorte. Aan het einde van de actieve fase zorgen de weeën ervoor dat je baarmoedermond helemaal opengaat. Ook duwt je baarmoeder je baby tijdens de weeën dieper in je bekken. De baby duwt daardoor tegen je endeldarm (het laatste stukje dikke darm) en je anus (poepgat). Dit kan voelen alsof je moet poepen. Eerst voel je de druk misschien niet bij elke wee, of niet steeds even sterk. Pas als het bij elke wee voelt alsof je moet poepen, en je het meepersen van je lichaam niet kan stoppen, begint de uitdrijvingsfase (de geboorte).
Sommige vrouwen vinden de overgang van ontsluiting naar persen heel pittig, met flinke weeën die kort op elkaar komen. Bij andere vrouwen voelt deze overgang meer als een rustfase, omdat de weeën wat rustiger worden voordat de uitdrijving begint.
Tegen het einde van de ontsluiting kan je het gevoel hebben dat je het niet langer volhoudt. Dat is een kenmerk van de overgangsfase. De uitdrijvingsfase, waarin je baby wordt geboren, gaat dan bijna beginnen. Maar de overgangsfase kan juist ook voelen als een moment van rust en kalmte, alsof de bevalling een tijdje stopt. Dit is allebei normaal.
Bij een rustige overgangsfase kan het zijn dat je volledige ontsluiting hebt (de baarmoedermond is helemaal open), maar dat de baby nog wel hoog in je bekken zit. Daardoor heb je nog niet het gevoel dat je moet poepen (persdrang). De weeën tijdens de overgangsfase zorgen er dan voor dat je baby dieper in het bekken komt. De persdrang wordt langzaam sterker. Pas als je bij elke wee persdrang voelt en het meepersen niet kan stoppen, is de overgangsfase voorbij en begint de uitdrijving.
De overgangsfase heeft geen beginpunt. Het is de geleidelijke overgang tussen de actieve fase en de uitdrijvingsfase. Sommige vrouwen merken dat deze fase is begonnen omdat ze het gevoel hebben dat ze de bevalling niet meer aankunnen. Je kan dan ook wanhoop ervaren. Als je weeën hebt waarbij het soms wel en soms niet voelt alsof je moet poepen, kan je ook in de overgangsfase zitten. Dit gevoel is persdrang die begint op te komen.
Het eind van de overgangsfase is vaak duidelijker: als je bij elke wee (flinke) persdrang hebt, ben je in de uitdrijvingsfase gekomen.
De overgangsfase heeft geen duidelijk beginpunt en niet alle vrouwen merken (direct) een verschil met de uren ervoor. Maar over het algemeen duren de laatste centimeters van de ontsluiting en het wachten op persdrang niet lang. Na minder dan een uur tot maximaal twee à drie uur zul je in de uitdrijvingsfase zitten.
De tips voor de actieve fase kunnen ook goed helpen tijdens de overgangsfase. Vooral deze tips kunnen belangrijk zijn:
Tijdens de zwangerschap geeft je verloskundige je belinstructies voor tijdens de bevalling. Je hoort dan wanneer je moet bellen. Meestal zal je verloskundige al bij je zijn als je in de overgangsfase zit. Is dat niet zo, dan is het belangrijk dat de verloskundige wordt gebeld. Het duurt nu niet lang meer voor de baby wordt geboren.
Tijdens de overgangsfase ga je steeds meer druk in je bekken voelen. Wanneer dit drukgevoel heel duidelijk is en je niets anders kan doen dan meepersen, ben je in de uitdrijvingsfase. Je baby wordt dan echt geboren. Hier lees je wat je kan verwachten in de uitdrijvingsfase.