Je baby zit in de baarmoeder in een soort ballon (de vliezen) gevuld met vruchtwater. Het vruchtwater beschermt je baby tijdens de zwangerschap en het speelt een rol bij de ontwikkeling. Bij sommige zwangerschappen is er te veel of juist te weinig vruchtwater. En bij de bevalling kan blijken dat de baby in het vruchtwater heeft gepoept. Hier lees je wat het betekent voor de zwangerschap en/of de bevalling als er iets aan de hand is met het vruchtwater.
Je baby zit in de baarmoeder in een soort ballon (de vliezen) gevuld met vruchtwater. In het begin van de zwangerschap wordt vruchtwater vooral gemaakt door het binnenste vlies. Vanaf ongeveer 16 weken maakt je baby ook zelf vruchtwater aan. Dit gebeurt via de nieren van je baby. De baby drinkt het vruchtwater op en plast het weer uit. Door vruchtwater in te slikken, oefent de baby gelijk alvast met drinken, zodat die dit na de geboorte kan.
Tot ongeveer 32 weken zwangerschap krijg je langzaam meer vruchtwater, tot het zo'n 1 tot 1,5 liter is. Daarna blijft de hoeveelheid meestal hetzelfde of wordt het iets minder, tot ongeveer 700 à 800 milliliter. Dit komt doordat je baby steeds meer vruchtwater inslikt en de nieren wat minder vruchtwater gaan maken in de laatste weken van de zwangerschap.
Vruchtwater heeft verschillende belangrijke functies:
De vliezen breken als je gaat bevallen of tijdens de bevalling. Er stroomt dan (een beetje of veel) vruchtwater uit je vagina. Vruchtwater is helder of lichtgrijs of wit van kleur. Er kunnen witte vlokjes in zitten. Dat zijn huidschilfers van je baby.
Soms heeft het vruchtwater een andere kleur. Dat zou kunnen wijzen op een probleem.
Heeft het vruchtwater een andere kleur dan helder, lichtgrijs of wit? Bel dan altijd je verloskundige. Ziet het vruchtwater er normaal uit, dan kan je de gewone belinstructies volgen. Die krijg je van je verloskundige.
Bij de ene zwangerschap is er wat meer vruchtwater dan bij de andere. Meestal is dit geen probleem. Soms is er te veel vruchtwater. Het medische woord hiervoor is: polyhydramnion. Vaak is je buik dan groter dan normaal is bij het aantal weken dat je zwanger bent. Sommige vrouwen voelen hun baby minder goed door het extra vruchtwater, maar dit geldt niet voor iedereen. Als je verloskundige vermoedt dat je te veel vruchtwater hebt, zal die extra onderzoek doen. Meestal krijg je dan een echo om de hoeveelheid vruchtwater te meten en om te kijken of er een oorzaak te vinden is.
Polyhydramnion kan komen door suikerziekte bij de moeder, of door een infectie bij de baby. Soms komt het doordat de baby niet goed vruchtwater kan slikken. Dat komt voor bij bepaalde afwijkingen. Bij ongeveer 60% van de zwangeren is de oorzaak niet bekend.
Als je verloskundige denkt dat je te veel vruchtwater hebt, verwijst die je door naar het ziekenhuis. Daar krijg je een echo om te meten hoeveel vruchtwater je hebt. Als het te veel vruchtwater is, kunnen er onderzoeken worden gedaan om te kijken waar dit door komt. Dat kunnen deze onderzoeken zijn:
De kans op ernstige gevolgen is erg klein, maar te veel vruchtwater kan wel een reden zijn om jou en de baby extra in de gaten te houden. Dit kunnen gevolgen zijn:
Het hangt van de oorzaak van te veel vruchtwater af welke behandeling er mogelijk is. Als het komt door zwangerschapsdiabetes, is de behandeling gericht op een normale hoeveelheid suiker in je bloed. Je krijgt bijvoorbeeld advies van een diëtist over gezond eten en bewegen. Ook krijg je soms medicatie om je bloedsuiker beter te regelen.
Tijdens de controles voelt de verloskundige aan je buik. Soms is de buik kleiner dan past bij het aantal weken dat iemand zwanger is. Of groeit de buik minder goed. Dat kan betekenen dat er te weinig vruchtwater wordt gemaakt. Het medische woord voor te weinig vruchtwater is: oligohydramnion. Sommige zwangeren voelen hun baby minder bewegen door te weinig vruchtwater.
Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom je te weinig vruchtwater hebt. Het komt vaak voor bij zwangerschappen waarin de groei van de baby achterblijft. Dit kunnen de oorzaken zijn van te weinig vruchtwater:
Als je buik kleiner is dan normaal, en je verloskundige denkt dat je te weinig vruchtwater hebt, verwijst die je door naar het ziekenhuis. Daar krijg je een echo om te meten hoeveel vruchtwater je hebt.
Te weinig vruchtwater kan gevolgen hebben voor de gezondheid en de ontwikkeling van de baby:
Er bestaat geen behandeling om ervoor te zorgen dat er meer vruchtwater wordt aangemaakt. Wel kan de gezondheid van je baby extra in de gaten worden gehouden. Daarom ga je regelmatig naar het ziekenhuis voor:
Als een baby niet goed groeit of als er te weinig vruchtwater is, kan het soms nodig zijn om de baby eerder geboren te laten worden. Dat gebeurt door de bevalling in te leiden of met een keizersnede.
De vliezen breken als je gaat bevallen of tijdens de bevalling. Er stroomt dan vruchtwater via je vagina naar buiten. Soms zit er poep van de baby in het vruchtwater. Deze eerste babypoep is donkergroen, plakkerig en slijmerig. Je kan dit zien in het vruchtwater. Ook kan het vruchtwater geel, groen of bruin van kleur zijn. De eerste babypoep heet: meconium. Vruchtwater met babypoep erin heet daarom ook wel: meconiumhoudend vruchtwater.
Hoe langer je zwangerschap duurt, hoe meer kans er is dat de baby in het vruchtwater poept. Bij 42 weken zwangerschap zit er bij ongeveer een kwart van de bevallingen meconium in het vruchtwater. Het komt meestal doordat de darmen van de baby ‘rijp’ zijn: ze doen hun werk en daarom gaat de baby poepen.
Soms poept een baby in het vruchtwater door stress, bijvoorbeeld wanneer die te weinig zuurstof krijgt. Het poepen gebeurt dan in een reflex.
De meeste baby’s poepen niet in het vruchtwater voordat ze worden geboren. Als er wel poep in het vruchtwater zit, is er een grotere kans op problemen na de geboorte. Er kan vruchtwater met poep in de longen komen, en dan kan de baby minder goed ademhalen. Dat kan ervoor zorgen dat de baby te weinig zuurstof krijgt. Dit heet het meconium aspiratie syndroom (MAS) en het komt voor bij 5% van de baby's met poep in het vruchtwater. Een baby met MAS krijgt beademing in het ziekenhuis. Dat zorgt vaak binnen twee dagen voor verbetering.
Als blijkt dat je baby in het vruchtwater heeft gepoept, verwijst de verloskundige je door naar het ziekenhuis. Daar kan worden gekeken of je baby misschien heeft gepoept door stress. In het ziekenhuis wordt je baby tot die is geboren goed in de gaten gehouden met een hartfilmpje (ctg). Zijn je vliezen gebroken, maar heb je nog geen weeën? Dan zal de klinisch verloskundige of de gynaecoloog je aanraden om de bevalling te laten inleiden. De weeën worden dan opgewekt met medicijnen. Na de geboorte wordt je baby goed nagekeken en de ademhaling wordt regelmatig gecontroleerd. Als alles goed gaat, kunnen jullie een aantal uur na de bevalling naar huis.
Te weinig vruchtwater - Vraag de Vroedvrouw. (2024, 14 november). Vraag de Vroedvrouw. https://vraagdevroedvrouw.nl/te-weinig-vruchtwater/
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. (2017). NVOG-richtlijn Foetale groeirestrictie (FGR). https://www.nvog.nl/wp-content/uploads/2017/12/Foetate-groeirestricie-FGR-15-09-2017.pdf
Poep in het vruchtwater | De Gynaecoloog. (2021, 13 december). De Gynaecoloog. https://www.degynaecoloog.nl/onderwerpen/poep-in-het-vruchtwater/
Prins, M., Van Roosmalen, J., Smit, Y., Scherjon, S., & Van Dillen, J. (2019). Praktische verloskunde.
verloskundige kennis en expertise, informatie van de NVOG.