Bevalhoudingen

Bevalling

In het kort

Liggen op je rug is maar één van de vele houdingen waarin je kan bevallen. Je kan bijvoorbeeld ook staan, hurken, knielen of zitten. Tijdens de ontsluiting én als je baby wordt geboren. Je kan ook verschillende houdingen afwisselen. 

Het is belangrijk om bevalhoudingen te kiezen die voor jou goed voelen. Het heeft voordelen om te bevallen in een andere houding dan liggend op je rug. Wanneer je in een andere houding perst, duurt de bevalling vaak korter. Ook is er minder kans dat er een knip nodig is. Soms lukt het niet om de bevalhouding aan te houden die je het liefst zou willen. Samen met je verloskundige kan je zoeken naar een andere goede optie. 

Wat zijn bevalhoudingen?

Bevalhoudingen zijn de houdingen die je kan aannemen tijdens de bevalling. De meeste vrouwen bevallen liggend op hun rug, vaak omdat ze denken dat dat zo hoort. Maar dat hoeft helemaal niet. Je kan bijvoorbeeld ook zitten, knielen, hurken, staan of op je zij liggen. 

Uit onderzoek blijkt dat de houding die je kiest ervoor kan zorgen dat de bevalling sneller gaat, beter voelt en makkelijker verloopt voor jou en je baby. Deze voordelen hebben de verschillende houdingen bijvoorbeeld: 

  • Zitten of liggen: je voelt je ondersteund.
  • Staan of rechtop zitten: de zwaartekracht helpt mee.
  • Hurken of op handen en knieën zitten: de doorgang van je bekken is groter. Daardoor heeft je baby meer ruimte om geboren te worden. 

Voorbeelden van bevalhoudingen

Dit zijn wat voorbeelden van bevalhoudingen. Je kan zelf voelen welke houding je wanneer wilt doen. Het maakt daarbij niet uit of je in de ontsluitingsfase of in de persfase zit. Alleen de baarkruk is vooral geschikt tijdens het persen. Je kan ook houdingen afwisselen. 

  • Liggen op je zij. Als je in deze houding wilt persen, kan je je bovenste been omhoog houden of ondersteunen, bijvoorbeeld met een kussen.  
     
  • Half zittend. In plaats van op je rug liggen, kan je ook een beetje overeind zitten. Daarbij kan je met je rug tegen kussens leunen of tegen iemand die jou ondersteunt. 
     
  • Op handen en knieën. Je kan op je handen steunen, maar ook met je armen ergens op leunen. Bijvoorbeeld op een bevalbal of de rand van een bevalbad.  
     
  • Hurken. Het helpt wanneer iemand je daarbij kan ondersteunen of wanneer je je ergens aan kan vasthouden. Anders wordt het gauw zwaar voor je beenspieren. 
     
  • Staan of leunen. Je staat op je voeten, waarbij je je knieën iets kan buigen. Je kan je vasthouden aan iemand anders of met je handen of armen leunen op een stoel, tafel of de hoofdsteun van een bed.  
     
  • Zitten op een baarkruk. De baarkruk is speciaal gemaakt om op te bevallen. De kruk heeft een goede hoogte voor de stand van je bekken en er is een opening in het midden. Meestal nemen verloskundigen een baarkruk mee.  
     
  • Liggen op je rug. Deze houding is het bekendst en komt het vaakst voor. Je ziet vrouwen ook meestal zo bevallen in films en op foto's in de media. Daardoor lijkt het misschien alsof het zo hoort, maar je kan het beste een houding kiezen die voor jou goed voelt. Dat kan rugligging zijn, maar dat hoeft dus niet. 

Waarom is het handig om je voor te bereiden op de bevalhoudingen die er zijn?

Je kan vóór de bevalling al zorgen dat je iets weet over bevalhoudingen. Wat is er mogelijk? Welke houdingen kunnen de bevalling helpen? In welke houdingen kan je goed ontspannen? Je kan ook alvast wat bevalhoudingen uitproberen. Bijvoorbeeld samen met je partner of iemand anders die bij je bevalling gaat zijn. 

Door je voor te bereiden, weet je tijdens de bevalling beter welke keuzes je hebt en wat wel of niet bij je past. Dat kan je een gevoel van zelfvertrouwen en regie geven. Ook begrijp je het makkelijker als de verloskundige tijdens de bevalling voorstelt om verschillende houdingen te proberen. Je kan je wensen van tevoren bespreken met je verloskundige en je partner. Dan weten zij wat jou prettig lijkt en hoe je graag ondersteund wilt worden.

Wat kan een reden zijn om niet te bevallen in de houding die je zelf kiest?

Soms kan je het advies krijgen om een andere bevalhouding aan te nemen dan die je zelf het fijnst vindt. De meest voorkomende redenen hiervoor zijn: 

  • De ligging van de baby. Soms ligt een baby zo in de buik, dat de geboorte moeilijker gaat. Je verloskundige kan dan voorstellen om een andere houding te proberen, zodat je baby de ruimte krijgt om beter te gaan liggen. 
     
  • Zorgen of ongerustheid. Als er zorgen zijn over jouw gezondheid of die van je baby, kan de verloskundige aanraden om in een bepaalde houding te blijven of een andere houding aan te nemen. 
     
  • Infuus of monitor. Als je tijdens de bevalling in het ziekenhuis een infuus hebt of bent aangesloten op een monitor, kunnen de draden en lijnen in de weg zitten. Daardoor kan je misschien minder makkelijk bewegen.  
     
  • Medicinale pijnbestrijding. Als je pijnmedicijnen gebruikt, zoals een ruggenprik of een morfinepompje, kan het lastiger of onmogelijk zijn om bepaalde houdingen aan te nemen.  
     
  • Vermoeidheid. Soms ben je te moe om het staan of zitten vol te houden.  

Als je voelt dat je graag anders wilt zitten, liggen of staan, mag je dat altijd zeggen. Laat het ook weten als je daar hulp bij wilt. Je partner, je verloskundige of andere zorgverleners die bij je bevalling zijn, kunnen je helpen bij het vinden van een houding die beter voelt. Of je ondersteunen, bijvoorbeeld met kussens.

Gebruik hulpmiddelen om je bevalhouding te ondersteunen 

Een houding volhouden tijdens de bevalling kan zwaar zijn. Misschien zit je buik in de weg, gaan je spieren pijn doen of word je moe. Je kan dan van houding wisselen, maar extra ondersteuning kan ook een oplossing zijn.  

  • Je kan tegen je partner aan zitten, aan je partner hangen of op je partner leunen. Of je kan iemand anders die bij je bevalling is vragen of die je wil ondersteunen. 
     
  • Maak een torentje van kussens en dekens om bijvoorbeeld overheen te hangen en op uit te rusten. 
     
  • Gebruik een gymbal (bevalbal) om op te zitten of op te leunen. Ook kan je delen van je lichaam ondersteunen met yogablokken of opgerolde kussens/dekens. 
     
  • Maak gebruik van een bad. In het water voel je je lichter en beweeg je makkelijker.  
     
  • Misschien vind je het fijn om ergens aan te hangen tijdens het opvangen van de weeën of het persen. Kijk waar je je veilig aan kan vasthouden terwijl je staat of hurkt. De trapleuning? Een stoel, terwijl iemand erop zit? Het bed? Met wat creativiteit kan iemand misschien een doek of sportelastiek voor je ophangen. Zorg wel dat dit soort hulpmiddelen stevig en stabiel zijn, zodat je niet kan vallen. 

Tijdens je zwangerschapsverlof kan je vast eens (met je partner) door je huis lopen om vast plekken en hulpmiddelen voor bevalhoudingen te zoeken. Welke stoel is stabiel genoeg om overheen te hangen? Waar kan je je goed aan vast houden? Welke kussens zijn lekker onder je knieën? Dan weet je alvast wat opties als het zover is. 

Bronnen

  • KNOV. (2012). Handreiking Baringshoudingen tijdens de uitdrijving.
  • De Jonge, A. (2007). Birthing positions revisited, examining the evidence for a routine practice [Thesis]. Wageningen.
  • Zang, Y., Lu, H., Zhao, Y., Huang, J., Ren, L., & Li, X. (2020). Effects of flexible sacrum positions       during the second stage of labour on maternal and neonatal outcomes: A systematic review and meta-analysis. Journal of clinical nursing, 29 (17-18), 3154–3169.
  • KNOV-standaard ‘Niet-vorderende ontsluiting’. KNOV Bilthoven, 2006.