Als de borstvoeding niet lekker loopt

Na de geboorte

In het kort

Borstvoeding geven is een natuurlijk proces en gaat meestal vanzelf. Moeder en baby regelen dit samen. In het begin is het misschien even wennen. De verloskundige of kraamverzorgende kan je op weg helpen met advies en ondersteuning. Loopt de borstvoeding niet lekker, heb je pijn of maak je je zorgen? In dit artikel lees je wat je in dat geval kan doen. 

Veel algemene informatie over de borstvoeding vind je hier.

Hoe kan je je voorbereiden op borstvoeding geven?

Je lichaam bereidt zich tijdens de zwangerschap vanzelf voor op het geven van borstvoeding. Ook oefent je baby in de buik al spieren die nodig zijn om bij de borst te komen en te happen en drinken. Na de geboorte weet je baby hoe dit moet. 

Je kan veel informatie vinden over borstvoeding. Dat kan helpen om er met vertrouwen aan te beginnen. Luister bijvoorbeeld een podcast, kijk op borstvoeding.nl, lees een boek of ga naar een voorlichtingsbijeenkomst. Misschien ken je iemand die borstvoeding geeft en mag je eens kijken hoe zij het doet?

Wanneer kan hulp bij de borstvoeding nodig zijn?

Veel moeders moeten eerst even wennen aan borstvoeding geven. Het kan soms ook wat tijd kosten voordat het soepel loopt. Doordat je baby in het begin vaak wil drinken, ga je meer melk aanmaken en krijg je de slag te pakken. De verloskundige en de kraamzorg zijn er om met je mee te kijken en advies te geven, als je dat wilt.  
 
De volgende punten zijn iets om in de gaten te houden of om hulp bij te vragen:   

  • Pijnlijke tepels of kloven. In het begin kan dit erbij horen, omdat je tepels moeten wennen aan het drinken van je baby. Gaat het niet over, dan kan het zijn dat je je baby anders moet aanleggen.  
  • Verstopte melkkanalen. Dit voelt als een pijnlijke, harde plek op je borst.  
  • Borstontsteking. Dit is een rode, pijnlijke, warme plek op je borst. Ook voel je je grieperig en heb je koorts. 
  • Spruw. Dit is een schimmelinfectie in de mond van de baby en op de tepel. Als je baby hierdoor niet goed drinkt, kan je medicatie krijgen van de huisarts. 
  • Tepel die niet goed uitsteekt. Hierdoor kan aanleggen moeilijk zijn.

Wat kan je doen als je denkt dat je te weinig melk aanmaakt?

Het komt heel weinig voor dat moeders niet genoeg melk aanmaken voor hun baby. Het is normaal dat je baby in het begin kleine beetjes melk drinkt. Door je baby te voeden wanneer die honger heeft, ga je meer melk aanmaken. De hoeveelheid melk raakt vanzelf afgestemd op wat je baby nodig heeft.  

Heb je het idee dat je niet genoeg melk aanmaakt? Dan kan je je baby vaker aanleggen. Zorg ook dat je baby goed is aangelegd. Je kan je verloskundige of kraamverzorgende vragen om tips. Verder kan je erop letten dat je zelf genoeg water drinkt, genoeg eet en genoeg rust krijgt.   

Als je baby genoeg plast en poept en goed groeit, is dat een teken dat die genoeg melk binnenkrijgt. Twijfel je hierover? Bespreek het met je kraamverzorgende, verloskundige of het consultatiebureau. Hier kan je meer lezen over de gezondheid en controles van je baby in de eerste weken na de bevalling.  

Wat kan je doen als je te veel melk aanmaakt?

Sommige moeders maken (in het begin) meer melk dan hun baby nodig heeft. De toeschietreflex, waarbij de melk naar je tepels stroomt, kan dan erg sterk zijn. Daardoor komt er meteen veel melk in de mond en kan je baby zich verslikken. 

Je kan je baby tijdelijk één borst per voeding geven. Laat je baby de eerste borst helemaal leegdrinken. Ook kan je vóór de voeding een beetje melk afkolven, om de eerste sterke toeschietreflex op te vangen.  

Hier lees je meer over kolven. 

Waar kan je terecht als je hulp nodig hebt bij de borstvoeding?

Doet borstvoeding geven pijn? Heb je een pijnlijke plek in je borst en voel je je ziek? Of heb je het idee dat je baby niet goed drinkt? Dan is het goed om hulp te vragen. Met de juiste begeleiding gaat de borstvoeding vaak al snel beter. Hier kan je terecht:   

  • Verloskundige. Deze is tot 6 weken na de bevalling je eerste aanspreekpunt. Ze begeleidt het op gang komen van de borstvoeding in de kraamweek. Ook kan ze je naar de juiste hulp verwijzen als het niet goed gaat met de borstvoeding.
  • Kraamverzorgende. Deze helpt je in de eerste dagen na de bevalling en geeft tips, bijvoorbeeld voor het aanleggen. 
  • Consultatiebureau. Na de kraamweek kan je hier terecht met vragen over je baby. Je kan je baby er ook (laten) wegen. Met de verpleegkundige of arts kan je bespreken of de groei en het drinken goed gaan.
  • Huisarts. Als je je ziek voelt of koorts hebt, kan de verloskundige je verwijzen naar de huisarts. Je kan ook zelf de huisarts bellen. Bij een borstontsteking kan medicatie nodig zijn.
  • Lactatiekundige. Dit is een zorgverlener gespecialiseerd in borstvoeding. Deze kan je helpen bij moeilijkere situaties en persoonlijk advies geven. Je kan zelf een lactatiekundige zoeken. De verloskundige of het consultatiebureau kan je ook iemand aanraden. Een lactatiekundige kost geld. Soms vergoedt de zorgverzekering dit. Je kan bij je eigen zorgverzekeraar navragen of je hier een vergoeding voor krijgt.  

Op borstvoeding.nl vind je heel veel betrouwbare informatie over borstvoeding. Er staat ook een telefoonnummer dat je kan bellen als je vragen hebt. Voor medische informatie kan je kijken op Thuisarts.nl.

Bronnen

Borstvoedingsorganisatie La Leche League. (z.d.). Borstvoedingsorganisatie La Leche League. https://www.borstvoeding.nl

La Leche League Nederland. (2021). Borstvoeding: Handleiding voor de zorgverlener (3e dr.).

Gebaseerd op

verloskundige kennis, ervaring en expertise.

Gerelateerde artikelen