De placenta is een orgaan dat ervoor zorgt dat je baby groeit in je buik. Het wordt ook wel moederkoek genoemd. Je baby kan in je buik nog niet ademen of eten. Via de placenta en de navelstreng krijgt je baby zuurstof en voedingsstoffen uit jouw bloed. Afvalstoffen uit het bloed van je baby gaan via de placenta naar jouw lichaam, dat ze vervolgens opruimt.
Bij elke zwangerschap wordt er een nieuwe placenta gemaakt, en na de geboorte van je baby komt ook de placenta naar buiten. In dit artikel lees je meer over dit bijzondere orgaan en de verschillende functies.
De placenta is een orgaan dat tijdens de zwangerschap stoffen uitwisselt tussen jou en je baby. Het wordt ook wel de moederkoek genoemd. Placenta is het Latijnse woord voor 'koek’. Het verwijst naar de ronde vorm en de voedingsstoffen die van moeder naar kind gaan.
De placenta geeft voedingstoffen en zuurstof uit jouw bloed door aan het bloed van je baby. Afvalstoffen uit het bloed van je baby komen via de placenta in jouw lichaam, zodat jij ze kan afvoeren. De placenta kan ook stoffen tegenhouden, zodat ze niet bij je baby terechtkomen. Zoals sommige schadelijke stoffen. Verder maakt de placenta hormonen aan die belangrijk zijn voor de zwangerschap.
Hier lees je meer over de verschillende zwangerschapshormonen.
De placenta wordt gemaakt met cellen die ontstaan uit een bevruchte eicel. Als een eicel is bevrucht, gaat die zich delen: er ontstaan steeds meer cellen met verschillende functies. Een deel van deze cellen wordt de baby (aan het begin van de zwangerschap heet dit het embryo). Een ander deel van de cellen wordt de placenta, de navelstreng en de vliezen. Bij elke nieuwe zwangerschap wordt er dus een nieuwe placenta gemaakt en na de geboorte van de baby wordt ook de placenta geboren.
Het duurt drie maanden tot de placenta helemaal klaar is en werkt. Daarom zorgt de schil van de bevruchte eicel (het corpus luteum) eerst voor hormonen en de groei van je baby. Vanaf de twaalfde week neemt de placenta dit over. De placenta, navelstreng en vliezen ontstaan uit speciale cellen: chorioncellen. Eén soort chorioncellen vormt de placenta en de navelstreng. Uit een andere soort chorioncellen ontstaan de vliezen, die vastzitten aan de placenta. De vliezen vormen een soort ballon, die zich vult met warm vruchtwater. Daarin is je baby veilig beschermd.
De placenta groeit op de plek waar de bevruchte eicel zich innestelt in de baarmoeder. De ene kant van de placenta (de kant van de moeder) zit vast aan de baarmoederwand. In het baarmoederslijmvlies ontwikkelen zich bloedvaten, die door de placenta heen groeien. Aan de andere kant van de placenta (de kant van de baby) groeit de navelstreng. Die zit vast aan de buik van de baby. Via de placenta gaan er stoffen uit het bloed van de moeder naar de navelstreng en de baby, en andersom. Vanaf twaalf weken zwangerschap begint de uitwisseling van voedingsstoffen en afvalstoffen.
De placenta blijft groeien tot in de laatste weken van de zwangerschap. Daardoor kan de placenta genoeg voeding overbrengen naar je baby als die groter wordt.
De placenta heeft verschillende functies, die er samen voor zorgen dat je baby kan groeien in je buik.
Om te groeien heeft je baby voedingsstoffen nodig en moet die afvalstoffen kunnen afvoeren. Dit regelt de placenta. De ene kant van de placenta zit vast aan de binnenkant van de baarmoeder. Zo kan bloed van de moeder in de placenta komen. Aan de andere kant van de placenta zit de navelstreng, waar bloed van de baby doorheen stroomt. Het bloed van de moeder en het bloed van de baby zijn in de placenta gescheiden door een membraan. Dit is een soort filter, dat alleen bepaalde stoffen doorlaat. Via het filter komen afvalstoffen van de baby in het bloed van de moeder, zodat haar lichaam ze kan afvoeren. En stoffen uit het bloed van de moeder komen via het filter in het bloed van de baby, bijvoorbeeld:
De placenta maakt hormonen aan die ervoor zorgen dat je zwanger blijft en dat de zwangerschap zich blijft ontwikkelen. Een paar hiervan zijn:
Het lichaam wil vreemde stoffen meestal niet accepteren. Denk aan virussen of bacteriën waar je ziek van wordt. Als die je lichaam binnenkomen, gaat je afweersysteem aan het werk om ze kwijt te raken. Een embryo is ook nieuw voor je lichaam. Om te voorkomen dat je lichaam de zwangerschap afstoot, maakt de placenta stoffen aan die je weerstand verlagen. Je lichaam gaat minder hard werken om vreemde stoffen op te ruimen, zodat je baby in je buik kan groeien. Door de verminderde weerstand heb je tijdens de zwangerschap ook meer kans om ziek te worden.
In je buik krijgt je baby via de placenta voedingsstoffen uit jouw bloed. Daarom is het extra belangrijk om gezond te eten als je zwanger bent. Je baby gebruikt deze bouwstoffen voor de groei en ontwikkeling. Het membraan (filter) in de placenta zorgt ervoor dat sommige schadelijke stoffen niet naar de baby gaan. Maar dat geldt niet voor alle stoffen. Dit komt bijvoorbeeld wel bij je baby terecht:
Schadelijke stoffen kunnen gevaarlijk zijn voor je baby. Daarom wordt roken, alcohol drinken en drugs gebruiken tijdens de zwangerschap sterk afgeraden. Overleg ook altijd met je verloskundige of arts of je medicatie kan gebruiken. Je kan niet voorkomen dat je een virus of infectieziekte krijgt, maar je kan de kans wel verkleinen. Hier vind je voorzorgsmaatregelen.
Dit artikel kan je lezen als je meer wilt weten over een gezonde leefstijl tijdens de zwangerschap.
Nadat je baby is geboren, gaat deze zelf ademen en uit de borst drinken. De placenta is niet meer nodig om je baby zuurstof en voedingsstoffen te geven. Na de zwangerschap heeft de placenta geen functie meer. Daarom wordt na je baby ook de placenta geboren. Dit gebeurt tijdens de nageboortefase.
De placenta heeft de vorm van een schotel en is aan eind van de zwangerschap ongeveer 3 centimeter dik, met een doorsnede tussen de 15 en 24 centimeter. Het orgaan weegt dan rond de 500 gram. Het verschilt per zwangerschap hoe groot en zwaar de placenta is. Vaak is de placenta kleiner bij baby's met een lager geboortegewicht en groter bij baby's met een hoger geboortegewicht.
Als de placenta is geboren, kijkt de verloskundige hem na. Je kan hem zelf ook bekijken als je wilt, dit zal de verloskundige aan je vragen. De kant die vastzat aan jouw baarmoederwand, ziet er vlezig uit. Je ziet dat die kant goed doorbloed is. De andere kant is gladder: die is bedekt door de vliezen. Je kan ook zien hoe de aderen de placenta in lopen en waar de navelstreng vastzit. Meestal is dit ongeveer in het midden.
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen. (z.d.-e). Leefstijl. https://www.knov.nl. https://www.knov.nl/kennis-en-scholing/vakkennis-en-wetenschap/vakkennis/leefstijl-2
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen. (z.d.-i). Voeding en zwangerschap. https://www.knov.nl. https://www.knov.nl/kennis-en-scholing/vakkennis-en-wetenschap/vakkennis?componentid=7307271&title=Voeding%252ben%252bzwangerschap
verloskundige kennis en expertise.