Poedermelk wordt gemaakt van dierlijke of plantaardige stoffen. Het wordt ook wel 'kunstmatige zuigelingenvoeding' genoemd. Wanneer (volledig) borstvoeding geven geen optie is, is poedermelk een alternatief.
In poedermelk zitten alle benodigde voedingsstoffen. Het bevat alleen geen stoffen die je kind beschermen tegen infecties en ziekten. Ter vergelijking: poedermelk bevat 47 stofjes, moedermelk ongeveer 750. Kunstmatige zuigelingenvoeding bevat bijvoorbeeld geen verzadigingshormoon. Hierdoor krijgen kinderen die met de fles gevoed worden gemakkelijker overgewicht. Daarnaast kan flesvoeding moeilijker verteerbaar zijn voor baby´s.
Standaard zuigelingenvoeding '0-6 maanden' is bedoeld voor baby’s die geen of gedeeltelijk moedermelk krijgen. De poedermelk is vanaf de eerste voeding na de geboorte tot de laatste voeding bij 6 maanden hetzelfde. Er zijn veel verschillende merken poedermelk te koop, maar die moeten in Nederland allemaal aan dezelfde strenge kwaliteitseisen
voldoen. Het maakt daarom niet uit welk merk je kiest. De hoeveelheid poedermelk die je baby per 24 uur mag krijgen, bepaal je in het begin met je kraamverzorgende en verloskundige. Je kindje geeft daarna zelf aan hoeveel die per keer wil drinken.
Het is belangrijk om de voeding hygiënisch te bereiden, anders kan je baby ziek worden. Wees ook zorgvuldig met het bewaren van het poeder en de bereiding van de fles. En maak gebruik van hygiënisch schone materialen. Er zijn verschillende vormen flessen en spenen te koop om je baby mee te voeden. Ook de materialen ervan kunnen verschillen. Welk soort fles en speen het beste bij je kindje past, kun je uitproberen. De kraamverzorgende kan je hierbij helpen.
Baby’s hebben, net zoals bij borstvoeding, behoefte aan lichamelijk contact tijdens flesvoeding. Wat bij borstvoeding vanzelfsprekend is, vraagt bij het geven van flesvoeding een kleine, maar waardevolle extra inspanning. Maak daarom van de flesvoedingen, zowel dag als nacht, een momentje samen. Neem je baby in je armen en wissel het voeden op je linker-en rechterarm af. Knuffel veel en zorg voor zoveel mogelijk huid-op-huidcontact. Dit stimuleert de (hersen)ontwikkeling van je kindje.
Om je kind goed aan jou en je partner te laten hechten, is het verstandig dat jullie -zeker de eerste weken- zelf de fles geven. Dit voorkomt ook overprikkeling van je baby. Let tijdens het voeden goed op of je kind ontspannen drinkt. Als je je baby rustig hoort slikken, is het goed. Schrokken, verslikken of wegkijken kunnen erop wijzen dat de melkstroom hem te hard gaat. Kantel de fles dan naar beneden om te pauzeren, maar laat de speen in het mondje zitten. Zo kan je baby wel blijven zuigen, maar even geen melk te drinken.
Voor meer informatie of bij vragen kun je terecht bij je kraamverzorgende, verloskundige of lactatiekundige.
Ben je zwanger of heb je een kinderwens?
Neem dan contact op met een verloskundige.
Deze site is een initiatief van de KNOV, de beroepsorganisatie van verloskundigen.
Naar knov.nl Naar knov.nl