Zwangerschapsdiabetes wordt ook wel zwangerschapssuiker genoemd. Het betekent dat er tijdelijk te veel suiker in je bloed zit, oftewel: je bloedsuiker is te hoog. Dit gebeurt soms door de hormonen die je aanmaakt als je zwanger bent. Zwangerschapsdiabetes kan gevolgen hebben voor jouw gezondheid en die van de baby.
Meestal helpen een dieet en genoeg beweging om je bloedsuiker weer goed te krijgen. Een diëtist geeft je advies over wat je kan eten en hoeveel. Als je bloedsuiker toch te hoog blijft, heb je medicijnen nodig. Dat betekent meestal dat je insuline moet spuiten. Na de zwangerschap gaat deze vorm van diabetes vanzelf over.
Zwangerschapsdiabetes wordt ook wel zwangerschapssuiker genoemd. Je hebt dan te veel suiker in je bloed en dat komt door de hormonen die de placenta aanmaakt. Het is dus niet hetzelfde als diabetes type 1 of 2. Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van diabetes, die tijdens de zwangerschap ontstaat en na de bevalling meestal vanzelf weer overgaat. Het komt voor bij ongeveer 1 op de 15 zwangeren.
Je merkt vaak niet dat je zwangerschapsdiabetes hebt. Als je wel iets merkt, kunnen het bijvoorbeeld de volgende klachten zijn:
Soms voelt de verloskundige aan je buik dat de baby aan de grote kant is voor het aantal weken dat je zwanger bent. Of dit is te zien op een echo. Er kan ook veel vruchtwater te zien zijn. Dit kunnen signalen zijn van zwangerschapsdiabetes.
Het hormoon insuline zorgt ervoor dat suiker uit je bloed in je lichaamscellen wordt opgenomen. Door de hormonen die je placenta tijdens de zwangerschap aanmaakt, reageren je lichaamscellen minder sterk op insuline. Je hebt daardoor meer insuline nodig om de suikers uit je bloed op te nemen. Meestal maakt je lichaam vanzelf extra insuline aan. Maar soms gebeurt dit niet en is er niet genoeg insuline om de bloedsuikers goed op te nemen. Je hebt daardoor meer suiker in je bloed.
Meer informatie over hormonen tijdens je zwangerschap vind je hier.
Dit kan de kans op zwangerschapsdiabetes verhogen:
Heb je een verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes, dan is het advies om tussen 24 en 28 weken zwangerschap een suikertest te doen. Dit is een onderzoek naar je bloedsuiker. Je kan ook een suikertest doen als je baby groot lijkt te zijn voor het aantal weken dat je zwanger bent. Of als op een echo veel vruchtwater te zien is. Heb je al een keer zwangerschapsdiabetes gehad? Dan is bij een volgende zwangerschap het advies om bij 16 weken ook al een suikertest te doen.
Is je bloedsuiker verhoogd bij het eerste bloedonderzoek in je zwangerschap? Dit zou kunnen betekenen dat je diabetes type 2 hebt, die niet eerder is ontdekt. Om dit aan te tonen, kan je ook een suikertest doen.
De suikertest heet officieel: orale Glucose Tolerantie Test (oGTT). Hierbij wordt gemeten hoe het suikergehalte in je bloed verandert na het drinken van een suikerdrank. In de drank zit 75 gram glucose (suiker). De test laat zien of je lichaam genoeg insuline maakt om de suiker uit het drankje op te nemen.
Bij de suikertest wordt twee keer bloed afgenomen: vóór het drinken van de suikerdrank en twee uur erna. Voor de test is het belangrijk dat je nuchter bent. Dit betekent dat je 8 tot 12 uur van tevoren niets mag eten of drinken (behalve water). Voor de suikertest maak je een afspraak bij het laboratorium. De suikertest is veilig voor jou en je baby.
Als je bloedsuiker te hoog is bij één van de metingen of bij beide metingen, heb je zwangerschapsdiabetes. De uitslag van de suikertest hoor je via je verloskundige. Die kan je ook uitleggen wat de volgende stappen zijn.
Als zwangerschapsdiabetes wordt behandeld, wordt het suikergehalte in het bloed meestal weer normaal. Er zijn dan ook geen gevolgen voor de zwangerschap en de baby. Blijft het bloedsuikergehalte te hoog, dan kan dit invloed hebben op jouw gezondheid en die van je baby. Hieronder leggen we uit wat het kan betekenen voor de zwangerschap, de bevalling en daarna.
Als je zwangerschapsdiabetes hebt, heb je meer kans op een:
Als je zwangerschapsdiabetes hebt, verwijst de verloskundige je door naar de gynaecoloog. Die werkt samen met een internist (arts gespecialiseerd in de inwendige organen), een diabetesverpleegkundige en een diëtist. Zij geven je advies en begeleiding om je bloedsuiker weer goed te krijgen. Zo ziet de behandeling eruit:
Als je bloedsuikers met een dieet goed blijven, kan je bij je eigen verloskundige onder controle blijven. Met de juiste zorg en begeleiding kan je een gezonde zwangerschap en bevalling hebben. Moet je medicijnen gaan gebruiken om je bloedsuikers goed te houden, dan begeleiden de gynaecoloog en klinisch verloskundigen de rest van je zwangerschap.
Gezond eten en genoeg bewegen helpt om je bloedsuikers goed te houden. Eet bijvoorbeeld genoeg groeten, fruit, bonen, noten en volkorenbrood en vermijd suikers, zoals in koekjes, snoep, frisdrank en vruchtensap. Een gezonde leefstijl kan zwangerschapsdiabetes niet voorkomen, maar de kans dat je het krijgt wel verkleinen. En als je het hebt, kan het helpen je bloedsuikers stabiel te houden. Je verloskundige of gynaecoloog en een diëtist kunnen met je meedenken en advies geven. Meer informatie over een gezonde leefstijl vind je hier.
Als je bloedsuikers met een dieet onder controle zijn en er geen problemen worden verwacht bij de bevalling, kan je bij je eigen verloskundige bevallen.
Moet je medicijnen gebruiken om je bloedsuikers goed te houden, dan beval je in het ziekenhuis met een klinisch verloskundige en/of een gynaecoloog. Die kan het advies geven om de bevalling in te leiden bij 38-39 weken, om te voorkomen dat de baby erg groot wordt (macrosomie).
Je bloedsuiker wordt tijdens de bevalling gecontroleerd. Na de geboorte wordt de bloedsuiker van je baby regelmatig gemeten. Snel beginnen met borstvoeding geven helpt voorkomen dat de bloedsuikers van je baby te laag worden. Als de bloedsuikers na de bevalling goed blijven en je baby goed drinkt, kunnen jullie naar huis.
Na de bevalling zullen je bloedsuikers snel weer normaal zijn, meestal binnen 24 uur. Gebruik je medicijnen om de bloedsuikers te verlagen, dan mag je daar direct na de bevalling mee stoppen. Zes weken na de bevalling controleert de huisarts je nuchtere bloedsuiker. Als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad, heb je in de vijf jaar na je bevalling 50% kans om diabetes type 2 te krijgen. Je kan jaarlijks je bloedsuiker laten controleren om dit in de gaten te houden.
Je kan gewoon borstvoeding geven als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad. Na de geboorte is het belangrijk om snel met de voeding te starten. De eerste moedermelk (colostrum) helpt voor het stabiel worden van de bloedsuiker van je baby. Dit verkleint de kans dat de bloedsuiker te laag wordt. Als je baby na de geboorte regelmatig aan de borst drinkt, is bijvoeden niet nodig.
Is het niet mogelijk om je baby meteen borstvoeding te geven, of zijn de bloedsuikers van je baby te laag? Dan kan het nodig zijn om bij te voeden met kunstvoeding of al eerder gekolfde moedermelk. Je kan daarom overwegen om al voor de bevalling melk te kolven, zodat je baby dit na de geboorte kan drinken. Dit kan je met je verloskundige bespreken.
https://www.borstvoeding.nl/uitdagingen-bij-borstvoeding/diabetes/. (z.d.). La Leche League. https://www.borstvoeding.nl/uitdagingen-bij-borstvoeding/diabetes/
DIABETES MELLITUS EN ZWANGERSCHAP. (2018). In Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. https://www.nvog.nl/wp-content/uploads/2018/10/NVOG-richtlijn-Diabetes-mellitus-en-zwangerschap-v3.0-2018.pdf
Ik heb zwangerschaps-diabetes | Thuisarts.nl. (2023, 31 januari). https://www.thuisarts.nl/zwangerschaps-diabetes/ik-heb-zwangerschaps-diabetes
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen. (z.d.). Macrosomie/ Positieve discongruentie/ LGA. https://www.knov.nl. https://www.knov.nl/kennis-en-scholing/vakkennis-en-wetenschap/vakkennis/macrosomie-positieve-discongruentie-lga
Zondag, L., MSc, Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), & Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). (2018). Factsheet Diabetes Gravidarum (GDM). https://assets.knov.nl/p/557056/none/PDF%20Vakkennis/Factsheet_diabetes_gravidarum_120618.pdf
KNOV Factsheet Diabetes Gravidarum (GDM).