de Verloskundige

Diabetes

Een ander woord voor diabetes mellitus is suikerziekte. Bij diabetes kan het lichaam het bloedsuiker niet goed zelf regelen. Er is te veel glucose (‘suiker’) in het bloed, doordat insuline niet of onvoldoende wordt aangemaakt. Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt door je alvleesklier. Het zorgt voor opname van suiker in de lichaamscellen, waardoor het suikergehalte in het bloed daalt.

Een te hoge bloedsuikerwaarde kan nadelig zijn voor jezelf en voor je baby. De baby kan bijvoorbeeld sneller groeien dan gemiddeld. Ook kan de baby na de geboorte een te lage bloedsuiker krijgen, omdat hij gewend is aan de hoge glucosewaardes in jouw lichaam. Meestal is dit goed te behandelen met extra voeding of met een infuus. De baby heeft hiernaast meer kans om geelzucht te krijgen.

Typen diabetes

Diabetes kan al voor de zwangerschap aanwezig zijn (type 1 of type 2) of in de zwangerschap ontstaan (zwangerschapsdiabetes).

  • In Nederland worden jaarlijks ongeveer 400 zwangere vrouwen met diabetes type 1 behandeld (0,2%).
  • Het aantal zwangere vrouwen met diabetes type 2 is ongeveer even groot.
  • Zwangerschapsdiabetes komt in ongeveer 3 tot 5% van alle zwangerschappen voor.

Diabetes type 1

Door een stoornis in de alvleesklier wordt te weinig insuline aangemaakt. Dit type diabetes wordt meestal al op jonge leeftijd ontdekt (voor het 20e levensjaar).
Zwangere vrouwen met diabetes hebben een grotere kans om tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk en zwangerschapsvergiftiging te krijgen. De kans daarop is bij diabetes type 1 groter dan bij diabetes type 2. Een zwangerschap kan bepaalde gevolgen van diabetes verergeren. De kans op problemen is veel kleiner als je bloedsuikerwaarden tijdens de zwangerschap goed zijn. De kans op nadelen voor de baby is kleiner als je bloedsuikerwaarden niet te hoog zijn en niet te veel schommelen. Bij diabetes type 1 ben je voor je zwangerschap onder controle in het ziekenhuis.

Diabetes type 2

De aanmaak van insuline is voldoende, maar het lichaam heeft meer behoefte aan insuline. Dit komt vaak voor bij ouderen of bij jonge mensen met overgewicht.
Zwangere vrouwen met diabetes hebben een grotere kans om tijdens de zwangerschap een hoge bloeddruk en zwangerschapsvergiftiging te krijgen. De kans daarop is bij diabetes type 1 groter dan bij diabetes type 2. Een zwangerschap kan bepaalde gevolgen van diabetes verergeren. De kans op problemen is veel kleiner als je bloedsuikerwaarden tijdens de zwangerschap goed zijn. De kans op nadelen voor de baby is kleiner als je bloedsuikerwaarden niet te hoog zijn en niet te veel schommelen. Bij diabetes type 2 ben je voor je zwangerschap onder controle in het ziekenhuis.

Zwangerschapsdiabetes

Bij zwangerschapsdiabetes is het teveel aan glucose in je bloed tijdelijk. Het ontstaat meestal tussen de 24e en 28e zwangerschapsweek. Tijdens een normale zwangerschap maakt het lichaam extra insuline aan. Zo is er genoeg insuline om de bloedsuiker goed te houden. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dit niet of onvoldoende. Daardoor is er een teveel aan suiker in het bloed, wat door je placenta bij de baby komt.

Zwangerschapsdiabetes is een milde vorm van suikerziekte en is vaak goed te behandelen. Je blijft meestal onder behandeling van je verloskundige, waarbij samengewerkt wordt met je huisarts en een diëtist. De behandeling bestaat meestal uit een dieet en voldoende beweging. Wanneer dit onvoldoende effect heeft is extra insuline nodig. In dat geval word je verwezen naar de gynaecoloog, arts of verloskundige in het ziekenhuis voor de begeleiding van je zwangerschap.

Vrouwen van onder andere Hindoestaanse, Arabische of Noord-Afrikaanse afkomst hebben een grotere kans om zwangerschapsdiabetes te krijgen, net als vrouwen met overgewicht, polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS), familieleden met diabetes, zwangerschapsdiabetes of een zware baby (‘macrosoom’) in een eerdere zwangerschap.

Meestal merk je niet dat je bloedsuiker verhoogd is, maar er kunnen klachten zijn zoals veel plassen, dorst, veel drinken, vermoeidheid of jeuk. Soms is op de echo veel vruchtwater of een te grote baby te zien. Dit kan ook een teken zijn van zwangerschapsdiabetes. Als je een verhoogde kans op of tekenen van zwangerschapsdiabetes hebt, kun je een suikertest krijgen (OGTT). De test laat zien of je zwangerschapsdiabetes hebt.

Orale glucose tolerantietest

De orale glucose tolerantietest (OGTT) is een bloedonderzoek om te kunnen zien of je zwangerschapsdiabetes hebt. Het wordt ook wel suikertest genoemd. Voor de betrouwbaarheid van de test is het belangrijk dat je nuchter bent. Dit betekent dat je de dag ervoor na 22 uur niets meer mag eten en drinken. Een slokje water of thee (zonder suiker) mag wel.

Op de dag van de test wordt ‘s morgens bloed geprikt en een bloedsuiker bepaald. Hierna krijg je een suikerdrankje. Twee uur later wordt nog een keer bloed afgenomen. Het is belangrijk je in deze twee uur niet te veel in te spannen. De test is niet gevaarlijk voor jou of je baby. Je kunt wel misselijk worden na het drinken van het suikerdrankje. Meld dit aan de medewerker van het laboratorium. Als een of beide bloedsuikers te hoog zijn heb je zwangerschapsdiabetes. De verloskundige bespreekt met jou de uitslag. Samen bespreken jullie eventuele vervolgstappen.

Meestal doe je deze test als je tussen de 24 en 28 weken zwanger bent, maar soms is het advies de test al bij 16 weken zwangerschap te doen. Dit is bijvoorbeeld zo als je eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad. Er zijn situaties waarin een OGTT afgeraden wordt, bijvoorbeeld na een maagverkleining. Er is dan ook een andere test mogelijk, namelijk de Glucose Dag Curve (GDC).

Tips bij diabetes

De nadelen die kunnen ontstaan door (zwangerschaps)diabetes zijn te verminderen door de bloedsuiker goed onder controle te houden. Hiervoor is onder andere goede voeding belangrijk:

  • Eet elke dag 3 gezonde maaltijden.
  • Eet groente, fruit, bonen, noten en volkoren brood.
  • Drink geen frisdrank en vruchtensap.
  • Eet geen witbrood, koekjes, gebak, snoep en chocola.

Ook lichaamsbeweging kan helpen de suikerwaarde onder controle te houden. Soms zijn medicijnen (insuline) nodig.

Goed om te weten

  • Afhankelijk van jouw situatie kan het advies zijn de zwangerschap niet voorbij de 39 weken te laten gaan en te kiezen voor een inleiding.
  • Meestal is zwangerschapsdiabetes direct na de bevalling over.
  • De helft van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgt binnen 5 tot 10 jaar diabetes type 2.
    Bespreek dit met je huisarts en overleg wanneer je bloedsuiker opnieuw gecontroleerd moet worden.

Meer informatie

Kijk op de websites van het Diabetesfonds of op thuisarts.nl voor meer informatie over zwangerschapsdiabetes en zwanger zijn met diabetes type 1 of 2. Je kunt ook de Zorgwijzer Diabetes en Zwangerschap downloaden.

Deel via:

  • Facebook
  • Twitter
  • E-mail

Zoek een verloskundige bij jou in de buurt

Ben je zwanger of heb je een kinderwens?

Neem dan contact op met een verloskundige.

Over deverloskundige.nl

Deze site is een initiatief van de KNOV, de beroepsorganisatie van verloskundigen.

Naar knov.nl